30 SEPTEMBER 1991
386
Een zeer groot verschil, mevrouw Van Beusekom. Ik denk als wij alles uit het fonds
stadsvernieuwing zouden moeten doen, verliezen op grondexploitaties, dan waren
wij snel klaar met het fonds stadsvernieuwing en dan hoeven wij daarover volgende
week in de commissie al niet meer te praten. Maar ik denk dat het in het belang
is van de corporatie nu om dat besluit te nemen, dat het in het belang is van de
gemeente om de ontwikkeling zelf in de hand te nemen en dan zullen wij straks de
stand van zaken daarbij opmaken en dan zullen wij naar de toekomst die invulling
geven.
Mevrouw VAN OOSTERHOUT
Bij de behandeling in de commissie van dit onderwerp is uitgebreid stilgestaan bij
de achtergronden en de aanleiding van dit verhaal. Ik heb mij toen onthouden van
advies om reden van het feit dat vooral de aankoop van de Visserstraat en de
Houtmarktpassage mij enige bedenkingen opleverde. Ten aanzien van de andere
zaken, de vorige sprekers hebben er al aan gerefereerd, onontkoombaar. De drie
o's, om het maar zo te noemen, die haast gevleugeld zijn, hebben er toch toe geleid
dat het een onontbeerlijk gegeven is dat wij als gemeente deze investering naar
volkshuisvesting zullen moeten plegen. Daarover zijn vanuit de P.v.d.A geen
problemen. Tijdens de commissiebehandeling riep ik: kunnen wij nu niet wat
creatiever omgaan met problemen op het terrein van de woningen in de Visserstraat-
Houtmarkt. Het zijn toch woningen waarvan wij ooit gedacht hebben, en nog niet
eens zo erg lang geleden, dat dat toch een hele prima woonvoorziening was, met
name het huisvesten van studenten als het gaat om de Visserstraat in de binnenstad.
Het is heel jammer nu te moeten constateren dat de Houtmarkt moeilijk in stand
is te houden als woonvoorziening met name uit exploitatieoverwegingen gezien de
hoogte van de energielasten en dat de Visserstraat niet in stand is te houden als
woonvoorziening omdat het geweld, het vandalisme, de overlast, van welke aard dan
ook, van dien aard is dat het niet meer verhuurbaar is. Ik ben bij mijzelf te rade
gegaan en ook nog een beetje bij mijn omgeving, in de hoop met een heel creatief
plan hier in de raad te komen en aan Uw college te kunnen voorleggen hoe het
anders zou kunnen dan de reeds haast onontkoombare, mevrouw Van Beusekom
refereerde er al aan, mogelijke sloop van dit gebouw. Ik heb geen goed alternatief.
Dat neemt niet weg dat mijn zorg niet minder is. De Visserstraat is, en dat geldt
met name voor de Visserstraat, een gebied dat al langer in het kader van de
beheersing van de horeca en de binnenstad een groot probleem oplevert. Het feit
dat er nu een pand bijkomt dat leeg staat - het is nu volledig ontruimd - en het feit
dat er vooralsnog op korte termijn geen perspectief is op een nieuwe bestemming
voor dat terrein, leidt er ons inziens alleen maar toe dat de verpaupering alleen maar
erger zal worden. Dat baart grote zorgen. De voorzitter van de commissie volkshuis
vesting had al aangegeven in zijn beantwoording dat dit in de totale ontwikkeling
van de binnenstad hoge prioriteit zal hebben, maar ook de binnenstadnota is nog
niet vastgesteld en ook bij vaststelling is het nog maar de vraag hoeveel tijd het gaat
duren alvorens daarvoor een oplossing komt. Mijn vraag aan U is: zijn er gedachten
op welke termijn er toch een bestemming komt, van welke aard dan ook, in de
Visserstraat? In hoeverre is het mogelijk in het kader van de behandeling van de
binnenstad dit gebied in zijn gehele ontwikkeling prioriteit te geven, juist ter
voorkoming van nog grotere verpaupering van dat deel van het gebied? Nog even