30 SEPTEMBER 1991
387
reagerend op mevrouw Van Beusekom en de heer Van Dongen: wat betreft
investeringen die nu moeten worden gepleegd ten aanzien van de aankoop van de
Visserstraat ligt het naar ons idee niet in de rede om daarvoor het fonds stadsvernieu
wing aan te spreken. Ik ben het met de heer Van Dongen eens dat het te gek zou
zijn als het tekort op de grondexploitatie door het fonds stadsvernieuwing zou moeten
worden gedekt.
Wethouder DE BRUIJN
In de commissie is inderdaad uitgebreid dit stuk behandeld. Wij hebben moeten
constateren dat wij na de verzelfstandiging in 1988 toch wat vuiltjes hebben laten
liggen. Ik denk dat het ook een logische consequentie is gelet op de voortvarendheid
waarmee de verzelfstandiging van start is gegaan, zorg eerst maar eens dat de tent
bij volkshuisvesting gaat draaien en de drie o's, het bekende artikel is er niet voor
niets in opgenomen, omdat wij nog geen volledig inzicht hadden in wat er in feite
met het bezit aan de hand was. Dat is nadrukkelijk het laatste jaar, ik denk dat wij
daarmee zo'n dik jaar zijn bezig geweest, met de corporatie besproken. Er is van
gedachten gewisseld over welke problemen er lagen en waar de problemen nog te
verwachten waren ten gevolge van het feit dat wij spreken over een woningbezit van
het voormalige woningbedrijf. De verantwoordelijkheid voor die periode hebben wij
ook nadrukkelijk ons aan getrokken. Ik denk dat het ook een logische zaak is en
dit voorstel is daarvan een uiteindelijke uitkomst. Nadrukkelijk hebben wij ook met
de corporatie geconstateerd dat dit hetgene is wat nog lag uit de oude woningbedrijf-
tijd en dat dit dus in ieder geval moest worden afgewerkt zoals wij dat willen
afwerken. Hoe wij dat dan verder afwerken: mevrouw Van Beusekom geeft al aan
dat het toch weer een fors bedrag is en er zit een voorwaarde aan. Anderen hebben
dat ook gezegd. Een relatie naar het Centraal Fonds staat nadrukkelijk in dit voorstel.
Het is niet onbewust gebeurd, het is namelijk in die zin gebeurd dat het Centraal
Fonds mogelijk al of niet een bijdrage levert, mogelijk andere voorwaarden erbij
gaat stellen op basis waarvan wij met de corporatie moeten kijken: op welke manier
gaan wij nog met elkaar door. Wat dat betekent weet ik niet, want het Centraal Fonds
zal daarover eerst nadrukkelijk een uitspraak moeten doen of in ieder geval met ons
om de tafel moeten komen zitten om te kijken wat wij gaan doen. Als wij op een
gegeven moment op deze manier mogelijk een forse hoeveelheid geld erin stoppen
en later constateren: hadden wij dat maar anders gedaan gegeven de uitspraak van
het Centraal Fonds, dan kunnen wij ons later voor onze kop slaan en zeggen: dat
is even stom geweest. Vandaar dat wij zeggen: wij zijn er in principe toe bereid, wij
willen deze maatregel nemen, maar mocht het Centraal Fonds op een gegeven
moment ons tot een andere conclusie brengen, dan moeten wij in overleg met de
woningbouwvereniging een goede invulling daarvan kunnen geven. Vandaar die
ontspanningsclausule. De meeste leden zijn vervolgens ingegaan op de feitelijke
maatregel waarbij de twee woningcomplexen zoals die opgenomen staan, het complex
Houtmarkt - en gelukkig niet, in de richting van mevrouw Van Oosterhout, de
Houtmarktpassage, want dat is weer een heel ander probleem; dan krijg ik waarschijn
lijk met de voorzitter last - en het complex Visserstraat. Wij hebben moeten
constateren samen met de woningbouwvereniging dat zij in ieder geval op inventieve
wijze hebben getracht bij de complexen toch een invulling te geven in de woonbestem
ming zoals die oorspronkelijk was bedoeld en dat al die inventiviteit echter tot weinig,