30 SEPTEMBER 1991 390 de structuurschets binnenstad al gezegd dat wij proberen de horecaontwikkelingen in ieder geval te stoppen, zo niet terug te dringen. En ik ben ervan overtuigd als wij daarvoor het goede instrumentarium weten op te zetten - U weet ook dat wij bezig zijn om een instrumentarium te ontwikkelen om het in de binnenstad verder echt te kunnen aanpakken; wij zeggen het al wat jaren, maar het instrumentarium heeft tot nu toe ontbroken - dat wij in dat kader nadrukkelijk ook die horeca op de manier waarop die plaatsvindt in de directe omgeving op een gegeven moment duidelijker in kaart brengen en kijken: waar vinden we dergelijke ontwikkelingen nog wel mogelijk en waar niet meer. Ik denk dat dat een heel duidelijke zaak zal zijn. Teruggeven van geld, mevrouw Van Beusekom: in principe kun je dat geld uiteraard niet teruggeven op het moment dat de corporatie daarmee handelt. Gelet ook op het feit dat er bepaalde specifieke aspecten zijn die hiermee bedoeld zijn. Ik denk aan de laagbouw Geeren-Noord en de Gerardus Majella, waar toch bepaalde problemen zijn. Dat zijn problemen die nu moeten worden aangepakt, dat geld kun je inderdaad niet meer terughalen. Dat klopt als een zwerende vinger. De kosten Visserstraat: U heeft Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dat kan heel akelig aanvoelen. Wethouder DE BRUIJN Ik verstond er niets van. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Het ging over die zwerende vinger. Wethouder DE BRUIJN Ja, dat begrijp ik. Maar daar hebben wij ook weer artsen voor, dus die kunnen dat mogelijk wel weer oplossen. Wat betreft de kosten Visserstraat en Houtmarkt: het lijkt mij wat minder zinvol om nogmaals het collegevoorstel voor te lezen. U heeft in het collegevoorstel kunnen lezen hoe het college denkt die gelden op een gegeven moment te dekken. Dat is bewust gebeurd omdat wij anders inderdaad het fonds stadsvernieuwing op een andere manier gaan gebruiken. Het zal hard nodig zijn, zeker gelet op de ontwikkelingen rond tussenbalans en rijksbegroting. Dus ik denk dat dit op zich een zeer juiste oplossing is. De terugrapportage vanuit het Centraal Fonds en het overleg, naar aanleiding van de vraag van de heer Van Dongen: ik denk dat wij uiteraard daarop terugkomen op het moment dat er iets meer duidelijk is. De VOORZITTER Dan komen wij nu tot besluitvorming. Kan ik hiermee constateren dat na deze beantwoording Uw raad met dit voorstel kan instemmen? Dat geldt niet voor De heer MAAS Neen, wij zijn tegen het voorstel met name met betrekking tot het punt van de verkoop van sociale huurwoningen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 390