30 SEPTEMBER 1991
398
gedragen door 94% van de ondernemers. Ik moet zeggen: dat is ons vrij laat bekend
geworden. Wij hebben in de raadsstukken
De heer PEETERS
Bij interruptie, het is in de commissievergadering bekend gemaakt en daarna heeft
mevrouw Van Bergen, als ik mij goed herinner, toch vóór dit voorstel
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Ik heb toen positief voor dit voorstel geadviseerd. Maar ik heb eigenlijk een cumulatie
van zaken waarover ik toen nog niet beschikte en dat wou ik eigenlijk in mijn verhaal
een beetje opbouwen, mijnheer Peeters. Ik heb dus meerdere feiten waarvan ik
tevoren nog niet op de hoogte was. Een van die dingen was dat de voorzitter van
de winkeliersvereniging toen zei: 94% van de ondernemers. Ik heb hem toen gevraagd:
waarom heeft U ons dat zo laat laten weten? De reactie was toen een mij bevreem
dende
De heer PEETERS
Mijn interruptie was: dat U het dus wist. En dat U heeft gezegd dat hij het te laat
heeft laten weten: dat is natuurlijk heel wat anders.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Ja, wij wisten het in de commissievergadering, maar de reactie van de voorzitter van
de winkeliersvereniging was toen niet een reactie op mijn vraag. Die was toen op
dat moment niet, dat de winkeliers op dat moment wisten dat het raadsvoorstel er
heel anders zou gaan uitzien dan het voorstel volgend van de winkeliers Zuidpoort.
Men was toen bij de winkeliers Zuidpoort, ik zal het omdraaien, van mening dat
het voorstel van de winkeliers Zuidpoort zou worden gevolgd. En daarom zei ik: wat
is dat een late reactie aan ons, raadsleden. Ik ben toen, en dat herhaal ik van daarnet,
op het verkeerde been gezet en ik heb toen inderdaad positief meegestemd met het
voorstel zoals het nu voorligt. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het
raadsvoorstel wat naar de uitslag van de evaluatie van openbare werken is toegeschre
ven. En ik denk dat ik dat jammer vind. Ik had dus wat meer informatie van Uw
college op prijs gesteld. Ik denk werkelijk dat het ons daaraan heeft ontbroken. En
ik heb net geprobeerd enige van mijn twijfels op tafel te leggen. Ik spreek in de eerste
persoon, maar ik spreek wel namens mijn fractie. Ik vraag Uw college eigenlijk het
alternatieve plan van de winkeliers toch nog eens te toetsen, want ik denk gezien
de nieuwe kennis waarover ik nu beschik, dat daarin toch meer positieve dingen zitten
dan wij aanvankelijk hebben gedacht. En mijn voorstel is eigenlijk de vraag: is het
college bereid het voorstel van de winkeliers alsnog een kans te geven en de
behandeling nu uit te stellen?
De heer DERIJCKERE
Je zou bijna zeggen, nu breekt mijn klomp, maar ik zou toch graag enige tijd schorsing
willen hebben zodat wij dit nieuwe feit dat zich nu voordoet, binnen de fractie kunnen
bespreken.
De heer GARRITSEN