30 SEPTEMBER 1991
409
van de raad dat wij hier moeten verdedigen, Uw raad heeft het besloten, dan kan
ik mij voorstellen dat de mensen zeggen: dat vinden wij niet prettig. Ik kan moeilijk
als wethouder op een inspraakavond gaan vertellen: de raad heeft zus besloten, maar
wij gaan toch de andere kant op. Het hangt er maar vanaf, denk ik wel eens, de
manier uiteraard waarop het wordt gezegd maar ook dat sommige zaken al door
de raad zijn vastgelegd en dat een collegelid die zaken ook te verdedigen heeft en
dan is het natuurlijk heel vervelend voor de bewoners te merken dat een aantal
besluiten is genomen. Ik refereer aan de inspraakavonden Heilaar/Steenakker, waar
de raad het besluit heeft genomen dat daar gebouwd moet gaan worden. Dan is het
natuurlijk lastig voor degenen die daar aanwezig zijn om het gevoel te hebben serieus
genomen te worden. Ze worden het wel maar de besluiten liggen ook al ten dele
vast. Ik wil het hierbij laten in eerste termijn.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
U zult begrijpen dat ik behoefte heb aan een tweede termijn. Ik heb in de eerste
termijn mijn best gedaan om toe te lichten dat ik andere inzichten heb gekregen,
en met mij de V.V.D.-fractie, op basis van voor mij nieuwe feiten. Dat dat erg veel
verwondering wekte hier bij de collega' in de raad: dat verwondert mij dan eigenlijk
wel, want ik denk dat het best wel respectabel is als je toegeeft dat je op gegeven
moment een ander inzicht kunt krijgen als je ook over andere feiten beschikt. Het
feit dat mijn collega-raadsleden misschien over andere feiten beschikken dan ik zou
dan nog eens het onderzoeken waard zijn, maar ik heb volgens mij toch werkelijk
alle stukken die in de leeskamer ter visie lagen gezien en ik heb daarnaast ook nog
veelvuldig contact gehad met de ambtenaren en anderen. De opmerking van de heer
Garritsen dat ik dan wel een gesprekje met de winkeliers heb gehad, vind ik erg dun.
Mijnheer Garritsen, ik weet niet of U het weet, maar een groot deel van ons
raadswerk bestaat uit gesprekken en overleg met burgers en met belangengroeperin
gen. En de winkeliers horen daar toevallig ook onder, maar
De heer GARRITSEN
Eén interruptie. Op zich vind ik dat heel prima, maar het zou soms verstandig zijn
om dat vóór de commissie te doen. Dan had U dit verhaal dat U nu doet, in de
commissie gehouden.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Dat is niet waar, mijnheer Garritsen, want dan hebt U mijn eerste termijn niet goed
gehoord. In mijn eerste termijn heb ik gezegd dat in dat platformoverleg andere
dingen naar voren zijn gekomen op basis waarvan de winkeliers later naar ons hadden
gereageerd. Bovendien hadden zij het raadsvoorstel erg laat en konden ze in het
weekend vóór onze commissie pas met elkaar overleggen. Dat heb ik dus achteraf
gehoord en dat heeft wel degelijk hele andere standpunten en een hele andere
informatie door de winkeliers aan ons vóór de commissievergadering in de hand
gewerkt. Dus het is helemaal niet zo onlogisch. Voorzitter, ik was gebleven bij het
feit dat een groot deel van ons werk bestaat uit overleg, maar misschien wil de heer
Garritsen liever niet met winkeliers praten, maar ik doe dat in ieder geval wel. In
reactie op de beantwoording door de wethouder: ik ben blij dat hij uitvoerig is
ingegaan op mijn eerste termijn. U zei: de platformverslagen lagen natuurlijk niet