30 SEPTEMBER 1991 414 De heer W. VAN DONGEN Op zich een hele korte opmerking. Ik neem daarbij gelijk het volgende voorstel 255 mee. Ik heb er maar een opmerking over en een vraag voor de portefeuillehouder. Het gaat namelijk om de toegezegde evaluatie. In de commissie heeft de portefeuille houder gezegd dat de evaluatie nog dit jaar zal plaatsvinden. In een schriftelijke beantwoording van die toezegging is deze geconcretiseerd in de richting van het Brabantpark. Ik denk dat wij destijds in het kader van het buurtbeheer hebben afgesproken dat het totale buurtbeheer eind dit jaar zou worden geëvalueerd. In relatie tot ontwikkelingen zoals ook in het stadsvernieuwingsproject Tuinzigt en de buurtbeheerprojecten Geeren-Noord kan dit dan aanleiding zijn en moet het richting geven voor de aanpak van het toekomstige buurtbeheer in de gemeente Breda. Ik zou die toezegging graag integraal hier nogmaals bevestigd willen hebben. Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Wij hebben enige jaren geleden in de raad vastgesteld dat buurtbeheer noodzakelijk is en toen hebben wij ons alleen afgevraagd hoe wij dat in het werk zouden moeten stellen. Toen is in de raad besloten dat wij een tweetal experimenten zouden uitvoeren en wel een in Kesteren/Muizenberg en een in Brabantpark. Er ligt nu een voorstel van het college voor buurtbeheer in het Brabantpark, maar het lijkt erop dat het college eigenlijk zelf ook nog niet zo goed weet hoe het met deze materie om moet gaan. Er is een werkgroep die een sociaal plan Brabantpark heeft opgesteld. Ik moet zeggen dat ik op zich waardering heb voor de pogingen om te komen tot een overzicht van de situatie in Brabantpark. Maar ik denk dat er toch ook veel bestaande instituties zijn waarop je je dan kunt verlaten. Ik bedoel: de corporaties hebben daar toch ook veel woningbezit en overzicht. Als mensen zich onveilig voelen wat helemaal helaas niet alleen in deze wijk het geval is, dan is dat toch al bekend. En er bestaan toch allang plannen om de woonomgeving aan te pakken: wij hebben een verlichtingsplan. Dat is al jarenlang vastgesteld in de raad. De corporaties kunnen aan woningverbete ring doen, en zij doen het ook als het goed is. Dan denk ik dat gemeentelijke maatregelen ter verbetering van het woongedrag en gemeentelijke maatregelen om onderlinge contacten te verbeteren niet zullen werken. Ik denk dat een goede fysieke buurtaanpak beter werkt en dat de bewoners er dan vanzelf beter bij betrokken zijn en dan komen ze vanzelf er naar toe, dan hebben ze niet een lokkertje van de gemeente nodig. Ik denk dat in die zin de gemeente voorwaardenscheppend bezig zou kunnen zijn. Dit voorstel lijkt voor de V.V.D.-fractie een beetje op opgedrongen weldaden, waar mensen niet echt tegen kunnen zijn, maar waaraan ze eigenlijk ook nauwelijks iets zullen hebben. Ik wil niet beweren dat er geen positieve kanten aan dit voorstel zitten, maar ik denk dat er via buurtbeheer en de daarin voorkomende overlegvormen een beter klimaat zal ontstaan dan wanneer wij nu even 20.000,-- uittrekken voor het verbeteren van onderlinge contacten - hoe bedenk je het - en 32.000,-- voor het oprichten van flatcommissies. Ik denk dat de corporaties ons zo zouden kunnen vertellen hoe een flatcommissie moet worden opgericht. Daarvoor hebben zij geen gemeente nodig en zeker niet die 32.000,--, al zou het ze best welkom zijn. De V.V.D.-fractie wil met buurtbeheer niet deze kant op. Ik denk dat dat duidelijk is. Wij willen graag een andere besteding van middelen. Wij hebben teveel twijfels bij deze aanpak en zullen ook tegen dit voorstel stemmen vanavond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 414