30 SEPTEMBER 1991 415 Mevrouw VAN OOSTERHOUT In tegenstelling tot de V.V.D., maar het was natuurlijk al bekend in het kader van de commissiebehandeling dat dat wat anders lag, ondersteunen wij het voorstel van harte. Buurtbeheer is inderdaad een element dat natuurlijk wat ingewikkeld is - zonder meer - en er zijn ook landelijk allerlei experimenten en pogingen in die richting om te ontdekken waarover wij het dan precies hebben. Een wezenlijk onderdeel van buurtbeheer is niet alleen, waar mevrouw Van Bergen aan refereert: het fysieke van de omgeving, maar ook juist het betrekken van mensen bij wat er gebeurt, het proces in gang zetten en mensen in staat stellen om zelf betrokken te raken bij hun omgeving. Als gemeente heb je een verantwoordelijkheid om daarvoor voorwaarden te scheppen, dat gaat niet zonder meer vanzelf. Ik geloof heilig, en de P.v.d.A. met mij, in zelfredzaamheid van mensen, maar wij weten ontzettend goed dat het van belang is om mensen te ondersteunen en de voorwaarden te scheppen om dat ook inderdaad te kunnen waarmaken en het voorstel dat er nu ligt geeft een goed antwoord daarop. Wat betreft het hele voorzieningenniveau, ook een onderdeel van het voorstel, is het herschikken van de middelen waar het gaat om opvang van peuters en kinderen, een extra aanzet, een aangeven van het feit dat wordt onderkend dat het Brabantpark een specifiek gebied is met een aandachtsveld en dan vind ik dat dit voorstel prima aansluit op dit hele gebeuren. Wethouder KOEKKOEK Op de vraag van de heer Van Dongen naar de toegezegde evaluaties van het Brabantpark en Kesteren/Muizenberg herhaal ik mijn toezegging uit de commissie dat die er aan het eind van dit jaar zullen zijn. Er zijn afspraken gemaakt met de dienst openbare werken die ertoe zullen leiden dat wij de evaluatieverslagen hebben en bij die evaluatie zullen wij ook de ervaringen die wij hebben opgedaan met het al langer draaiende buurtbeheer in Geeren-Noord betrekken. Ten tweede male probeer ik vanavond mevrouw Van Bergen en met haar de V.V.D.-fractie te overtuigen. Ik ben bang dat ik al vantevoren weet dat mij dat niet lukt, maar toch wil ik nadrukkelijk het volgende zeggen. Als U bijvoorbeeld zegt: de corporaties weten het allemaal zo goed en de corporaties moeten het doen, dan moet U toch eens op bladzijde 1 van het preadvies lezen, waarin staat dat de overleggroep buurtbeheer is samengesteld door bewoners èn woningbouwcorporaties. Die hebben notabene zelf meegewerkt aan de analyse, die hebben zelf meegewerkt aan het formuleren van de voorstellen, die zijn medeverantwoordelijk voor de suggesties. Zij weten dus hoe het moet en ze zeggen: juist omdat wij het weten kunnen wij met dat bedrag ook aan de slag. Ten aanzien van het verlichtingsplan: dat komt er aan, dat zit eerdaags in het college en als het college ermee akkoord gaat dan gaat het naar de raad en dan wordt een groot aantal zaken, dat kan ik U wel zeggen, in het kader van de fysieke omstandigheid in Brabantpark verbeterd voor zover dit de verlichting betreft. En dan Uw slotopmerking: U zegt: de mensen hebben geen lokkertje van de gemeente nodig en dat lijkt wel op opgedrongen weldaden. Daar neem ik echt afstand van, want het zijn notabene de bewoners zelf die het hebben bedacht. Ambtenaren hebben er ook aan meegewerkt, maar bewoners en corporaties hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. Wie ben ik dan, als ze zelf met de ideeën komen, om daarvan afstand te nemen? Wij willen het buurtbeheer in gang zetten - dat is ingewikkeld, dat geeft mevrouw Van Oosterhout ook aan - de mensen maken een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 415