29 OKTOBER 1991 449 moment dat de formele vragen in onze richting komen, wij buitengewoon snel die formele vragen kunnen beantwoorden. Het bericht van vandaag van de provincie wijst uit, zoals ik al zei, dat we ieder moment die vragenlijst van de commissie Schampers bij ons in de bus kunnen verwachten. Ten aanzien van de commissie Konijnenbelt, ook daar kan ik kort over zijn. U heeft met mij kunnen vaststellen dat er in sommige gemeenteraden geen onverdeeld enthousiasme bestaat voor het overdragen van bevoegdheden. De gemeente Etten-Leur heeft een pas op de plaats gemaakt hangende de gemeentelijke herindeling. De gemeente Oosterhout neemt ook een afwachtende houding aan. De gemeente Nieuw-Ginneken vindt dat de voorstellen niet ver genoeg gaan en wil daarom een pas op de plaats maken. Dit betekent dat we zullen moeten roeien met de riemen die we hebben. Op 11 november zullen de burgemeesters van de betrokken gemeenten bij elkaar komen. Dan zullen we met elkaar de verschillende reacties, want er moeten er nog een paar komen, bekijken. We zullen dan met elkaar conclusies trekken over wat er mogelijk is ten aanzien van Konijnenbelt. Het is natuurlijk duidelijk dat, nu de gemeentelijke herindeling sneller gaat plaatsvinden dan we verwachtten, voor de commissie Konijnenbelt dit rapport ook voor een deel in een ander licht komt te staan. Dat is wat ik U over de bestuurlijke organisatie, de herindeling op dit moment heb vertellen. Ten aanzien van de wegsleepregeling, vragen van de P.v.d.A. en van Groen Links, heb ik al in de commissie gezegd dat er binnenkort een evaluatie van de wegsleepregeling aan de orde zal komen in de commissie. De regeling is de afgelopen maanden wat minder toegepast, met name omdat de politie bezig was met de omvorming in wijkteams, maar in de toekomst zal die regeling weer krachtig en intensief worden toegepast. D66 heeft een vraag gesteld over de burgerenquête. Mensen die een slecht geweten hebben zouden kunnen denken dat die burgerenquête een soort remplagant is van het fenomeen referendum, maar dat is niet zo knikt de heer De Leeuw al. Het college vindt op zich iedere suggestie die betrekking heeft op bestuurlijke vernieuwing interessant, maar het vindt dat de juiste plaats daarvoor is: een discussie in het fractievoorzittersoverleg. Ik wil eigenlijk aan de fractie van D66 vragen om de motie in te trekken c.q. aan te houden en ervoor zorg te dragen dat die discussie in het fractievoorzittersoverleg aan de orde komt, omdat we eigenlijk willen voorkomen dat er op dit moment ideeën door politieke besluitvorming tijdens de algemene beschouwingen worden afgeschoten, terwijl er wellicht in overleg met de fractievoorzitters constructieve elementen daarbij zouden kunnen worden meegeno men. Kortom, graag een discussie daarover in het fractievoorzittersoverleg, waar we tot nu toe ook de nota Bestuurlijke Vernieuwing iedere keer met elkaar in goed overleg, óók in overleg met de heer Garritsen, hebben voorbereid. Een enkele opmerking over dat wat de P.v.d.A. heeft gezegd over een slagvaardige ambtelijke organisatie. De nota Schering en Inslag heeft geprobeerd een reorganisatieproces, zoals dat in de jaren 1985, 1986 hier in gang is gezet, af te maken. Dat betekent dat we nu met de uitvoering van Schering en Inslag aan de gang gaan. 15 november is er een uitvoeringsnotitie in het college aan de orde en uiteraard zal de benoeming van een nieuwe gemeentesecretaris daar ook een kroon op het werk zijn. U vraagt om integraal beleid, U zegt dat het vooral bottom-up moet worden georganiseerd. Dat kan ik voor een deel met U eens zijn. Aan de andere kant moeten we ons realiseren, dat Schering en Inslag toch een zekere vorm van centralisatie betekent en dat de positie van de nieuwe gemeentesecretaris in dat opzicht toch ook een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 449