29 OKTOBER 1991 454 de burger niet, zoals tot voor kort, na zijn aanvrage na enige tijd terug te komen bij burgerzaken om zijn paspoort op te halen. Nee, hij blijft achter het loket staan en het is eigenlijk zo met een paspoortaanvraag: klaar terwijl U wacht. Laten we ons natuurlijk niet uitleveren aan de automatiseringshobbyisten, maar ik denk toch dat ik van de concernafdeling informatietechnologie mag zeggen dat zij een professionele taakopvatting heeft en in die geest ons college adviseert. Dan kom ik op economische zaken, een paar korte opmerkingen. De banenpoolevaluatie komt, zoals afgesproken, in februari 1992; dat is over het jaar 1991, eerder kan het niet, want we moeten eerst 1991 op een rij zetten. Ik denk dat er niet of nauwelijks in die evaluatie van verdringingseffecten gewag wordt gemaakt, want er zijn geen verdringingseffecten. Ik ben ze nog niet tegen gekomen en er komen ook geen problemen mee. De enige mogelijkheid tot verdringing zou bij de B.S.W. kunnen zijn. We toetsen elke plaats van de B.S.W., tenzij de directie van de B.S.W. vanuit die optiek een positief advies uitbrengt. Daarnaast ligt er een redelijk sluitend proces in het hele toetsingstraject de M.C. moet er mee akkoord gaan. Kortom, als er maar twijfels zijn, dan gaan we dus niet op het verdere traject door. Over de betrokkenheid van de commissie economische zaken het volgende. Laten we alsjeblieft niet meer over het Van Coothplein praten, daarover hebben we het een en ander gezegd. We zijn recentelijk met de hele commissie economische zaken op excursie geweest en tal van processen hebben we bekeken. Er is een toezegging dat we het Heksenwiel zullen bespreken, alsmede het concept structuurplan binnenstad. We hebben de nota perifere detailhandel afgewerkt. Over de buurt- en wijkwinkelcentra zullen we gaan spreken en ook over die stadsvernieuwingsprocessen waar een herschikking van detailhandel zal moeten plaatsvinden. Ik beloof extra alert te zijn. In haar toonzetting ten aanzien van het hele allochtonen beleid stelt de P.v.d.A. mij wat teleur. De instroom van de etnische minderheden in de banenpools is volgens de fractievoorzitter van de P.v.d.A. volstrekt onvoldoende. Ik onderken niet dat ik het ook graag hoger had willen hebben, maar het is niet volstrekt onvoldoende. Het is natuurlijk maar net waar je de norm legt. Maar op dit moment zitten we op ruim 25% van het aantal plaatsingen. Dat wil zeggen dat 35% van al degenen die we krijgen aangeleverd of aangemeld, ook daadwerkelijk in plaatsing kan worden omgezet. Ik kan er zelfs nog bij zeggen dat bij 44% daarvan, doorstroming naar werk wordt geëffectueerd, terwijl dat voor de Nederlanders die worden aangemeld voor de banenpool op om en nabij de 15% ligt. Dus die inspanningen zijn er, sterker nog, ik zou alle 108 banenpool plaatsen die er zijn vandaag nog ingevuld kunnen hebben, ware het niet dat de laatste 20 exclusief nog voor minderheden hebben gerealiseerd. Vier daarvan kunnen vermoedelijk geplaatst worden, voor 15 zal het problematisch worden aan het eind van het jaar, alleen al omdat daar het alfabetiseringsprobleem nadrukkelijk een rol speelt. Mensen die geen enkel woord Nederlands spreken zijn erg moeilijk te plaatsen. Kortom, de inspanning is groot en ik ben het met U eens dat het aantal plaatsen hoger zou moeten zijn. Maar ik kan niet met U meegaan als U het kwalificeert als volstrekt onvoldoende. Erger wordt het nog wanneer de P.v.d.A. mij zegt dat het college de indruk wekt zich terughoudend op te stellen met de uitwerking van het actieplan Positieve Actie. Na anderhalf jaar zouden wij pas een ferm standpunt hebben ingenomen, werd enigermate eufemistisch uitgedrukt. Ik denk dat dat geen correcte weergave van de stand van zaken is. Het is niet juist. Wat is wel juist: in oktober 1990 en dat is precies twaalf maanden geleden, hebben we in de commissie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 454