29 OKTOBER 1991 455 een uitvoerige discussie gehad, en U zult zich dat ongetwijfeld nog kunnen herinneren, over de vraag: waar gaan we nu prioriteit aan geven? Aan het plan van de Positieve Actie, of aan de hele banenpooluitvoering zoals die erop 1 januari 1991 zou aankomen? In de commissie is er na zeer zorgvuldig overleg nadrukkelijk voor gekozen, dat eerst Werkraat met zijn banenpoolsituatie en dergelijke zou worden opgezet en dat daaraan exclusief aandacht zou worden besteed. Dat is goed gegaan en ik ben daar erg blij mee. Het is zelfs zo goed gegaan, wij als enig R.B.A.-gebied in onze provincie inmiddels bij de minister een verdubbeling van het aantal plaatsen hebben kunnen aanvragen. Nu, dat heeft ongelooflijk veel energie, inzet en tijd gekost. Daarna en dat hebben we ook in de commissie afgesproken, zouden we die nota uitwerken. Dat is gebeurd, die is in de zomer gereed gekomen en besproken in de commissie. Daaronder ligt de afspraak dat wij voorjaar 1992 met de uitwerking van die notitie en voorbeeldprojecten in de commissie zullen komen. Alles is in goed overleg en in overeenstemming met de commissie gebeurd. Om nu te zeggen na afloop van het proces: komt het wel voorjaar 1992? En: het college wekt de indruk zich terughoudend op te stellen, vind ik toch geen correcte weergave van de feitelijke gang van zaken. Ik hoop dat we toch met elkaar kunnen zeggen: de intenties zijn er en die zullen we ook proberen na te komen. Als het om de een of andere reden niet lukt, dan zullen we dat dan wel weer zien, maar dan moet er wel een goede verklaring voor komen. Tot slot: de regionale samenwerking. Zowel ten aanzien van de langdurig werklozen als ten aanzien van de jeugdwerkloosheid is denk ik de samenwerking goed. Ik denk dat die eind 1992 zelfs zeer goed zal zijn; het is ook volop in beweging. Ik wijs met name op het rapport van de B.S.W., waarin de hele trajectbemiddeling centraal staat en waar het naadloos aansluiten van die trajecten op elkaar centraal staat. Als dat goed is uitgewerkt, dan kunnen we eind 1992 zeggen dat dat traject goed in elkaar zit. Overigens zal collega Van Raak het zijne nog daaraan toevoegen. Ten slotte, de vraag van de heer Garritsen: kan nu de werkgele genheid van de allochtonen niet worden opgevoerd? De heer GARRITSEN Voorzitter, het is duidelijk dat daar een tikfout zit en dat ik het ook onjuist heb uitgesproken. Het gaat natuurlijk om de werkloosheid die erg hoog is onder de buitenlanders. Wethouder SANDBERG Ik hoop dat ik een en ander in de commissie duidelijk heb gemaakt. Helaas zit U daar niet in, dan zou U het aan den lijve kunnen ondervinden. Ik heb hier zojuist de financiële middelen nog op een rijtje gezet: scholing en werkervaringsactiviteiten 600.000,-- SAJO 475.000,--, SAJO-Molukkers 40.000,--, banenpool J.W.G. 320.000,-- exclusief voor etnische minderheden, voorlichting en ondersteunende activiteiten van 't Gist 100.000,--, totaal meneer Garritsen 1.535.000,--. Dat geven wij uit om allochtonen, natuurlijk burgers van deze stad, op de een of andere manier aan het werk te helpen en regulier in het arbeidsproces te betrekken. Dat betekent 75% van het totale budget van de dienst economische zaken. Ik zal blij zijn dat, wanneer we de TuBa-operatie overleven, er een groot gedeelte van dit bedrag overeind zal kunnen blijven. Om nu alvast te schermen met: daar zullen we nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 455