29 OKTOBER 1991 456 verdere uitbreiding aan geven, daar pas ik voor, want ik kan dat straks gewoon niet waarmaken. De heer GARRITSEN Nog even een interruptie op die laatste opmerking. Het gaat mij juist niet om het steeds maar meer middelen inzetten. Er is een aantal beperkingen, dat geeft U zelf ook aan. Het taalprobleem is soms een oorzaak. We hebben dat genoemd binnen de portefeuille van de heer Van Raak. Anderzijds denken wij en die discussie is vaak gevoerd, datje met dwingende maatregelen zou moeten komen. Je moet er niet iedere keer maar meer geld in stoppen, maar je harder opstellen door het hanteren van dwingende maatregelen en streefgetallen voor gemeente en bedrijven. Dat is een zaak voor de landelijke politiek, maar ik denk ook dat je daaraan op gemeentelijk terrein nog wat meer moet doen. Wethouder SANDBERG Met alle respect, als ik vijftien allochtonen heb die bemiddelbaar zijn voor de arbeidsmarkt, behoudens dat ze geen Nederlands spreken, moet ik wel eerst een taaiproject opzetten om ze die elementaire vaardigheden eigen te maken, anders zijn ze volstrekt onbemiddelbaar. Daar gaat het om en dat doen we dus ook, maar het kost wel geld. De heer GARRITSEN In hetzelfde hoofdstukje is door mij naar voren gebracht om nu ook eens een taaiproject voor buitenlandse vrouwen te ondersteunen. Dat wordt afgewezen. Het gaat om een gering bedrag. Ook dat soort signalen, in ieder geval die vragen, zou je moeten honoreren. Overigens denk ik datje toch een andere insteek moet hebben. Gezien al de middelen enerzijds en de cijfers anderzijds - nogmaals het wordt procentueel iets beter - blijft de achterstand ten opzichte van de Nederlanders groot. Je ziet eigenlijk toch te weinig resultaat en dat moet je aan het denken zetten over de vraag: moet je geen andere middelen inzetten? Wethouder RöMKENS Ik heb niet zo'n mooi intro als mijnheer Sandberg. Ik zou willen beginnen met mevrouw Heerkens te feliciteren met het feit dat ze vandaag haar maiden-speech heeft gehouden als fractievoorzitter. Wellicht had ze iets anders verwacht. Milieu, grondbedrijf en financiën. Over milieu is weinig gezegd. Het C.D.A., de P.v.d.A. en D66 hebben allemaal gesproken over het in november uit te brengen Gemeentelijk Milieubeleidsplan. Ik denk dat met name de vragen over realiseerbaarheid, prioriteitsstelling en samenhang tussen beleidsonderdelen nadrukkelijk in het voortraject, zoals we dat tot nu toe zorgvuldig hebben gedaan, aan de orde zullen komen. Daarbij, en ik verheel dat niet, zal ongetwijfeld ook een fasering in jaarschijven aan de orde moeten komen; enerzijds gebaseerd op de feitelijke capaciteit, de menskracht om tot uitvoering over te gaan en anderzijds en niet in de laatste plaats, de beschikbare financiën. Volgende week donderdag zullen we het vervolgtraject aan de orde stellen en ik denk dat we daarbij kunnen overgaan tot invulling van de opmerkingen die nu zijn gemaakt. De V.V.D. en Groen Links gaan vanuit verschillende invalshoeken in op milieu versus economisch belang. De V.V.D.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 456