29 OKTOBER 1991
459
U op dit ogenblik alleen vanuit de financiële optiek het volgende zeggen: de enige
zekerheid die ik U op dit ogenblik kan geven omtrent de fasering van de bezuiniging
is, dat ik U géén zekerheid kan geven. Namelijk, per 1993 is zeker definitief dat er
1,7 miljoen gulden bezuinigd wordt. Daarna zal er een afbouw plaatsvinden, maar
dat gebeurt op basis van nader vast te stellen wegingscriteria en dat kan betekenen:
een afbouw per 1996; het kan ook betekenen, als je in een andere categorie valt,
een afbouw per 1999 en dat laatste nog tegen de achtergrond van de te reserveren
middelen voor de vier grote steden, in dat geval wordt het een afbouw op basis van
een bepaald percentage. Duidelijkheid daarover is door de staatssecretaris toegezegd
per maart/april 1992. Dus de enige zekerheid is dat de bijdrage wordt afgebouwd
en voor 1993 is het 1,7 miljoen gulden, waarvan twee ton al in 1992. Voorts is een
aantal kleine vragen gesteld over financiën. De P.v.d.A. vraagt naar de consequenties
van de stagnatie voor de woningbouw in financiële zin: het staat in de nota van
aanbieding, 250.000,- per 100 woningen. Een andere vraag van de P.v.d.A.: wanneer
komt het grondprijsmechanisme beschikbaar? Ik herhaal hier wat ik in de commissie
heb gezegd: december 1992, het zit in de nota grondpolitiek. Ik moet de P.v.d.A.
even corrigeren en wat gelukkig maken wellicht. Zij stellen: het nieuw beleid is
ingeleverd en we willen toch ruimte voor nieuw beleid. Op de eerste plaats: het nieuw
beleid is niet ingeleverd, het is voorlopig bevroren, de nog niet ingevulde ruimte is
nog aanwezig en de mate waarin wij nieuw beleid, ook na bezuinigingen, kunnen
toepassen is afhankelijk van de omvang van de gerealiseerde bezuinigingen. Zo simpel
is het en daarover zullen we inderdaad bij de Kadernota van gedachten moeten
wisselen. De V.V.D. heeft het over knooppuntprojecten met betrekking tot financiën.
Ik moet daarover het volgende zeggen wat altijd is gezegd: het feit dat je wordt
aangewezen als knooppunt betekent niet meteen dat er een zak geld bij komt, maar
dat je in het kader van prioriteitsstellingen prioriteit zult krijgen ten opzichte van
niet-knooppunten. Overigens kan ik U mededelen dat gisteren of heden bekend is
geworden dat voor een onderzoek over de potentie van de Spoorzone het Ministerie
van Economische Zaken in het kader van het knooppuntenbeleid een onderzoek
ten gunste van de gemeente Breda zal financieren. Dus het werkt wel. Overigens
moeten wij daarbij alert zijn, mijnheer Taks, dat wij inderdaad datgene binnenhalen
dat we kunnen binnenhalen, maar ik denk dat ook hier de TuBa-geluiden mede
mogelijk een rol spelen. D66 stelt een aantal concrete vragen. Ze hadden het over
het effect van de terugloop van de activiteiten op de structurele apparaatskosten en
de overhead en ze hadden het over de relatie kwaliteit/efficiencykorting en de
financiële problemen. Op beide vragen wil ik antwoorden: dat is mede afhankelijk
van de onderdelen waarop wordt bezuinigd. Op het moment dat er bezuinigingen
vallen op onderdelen waarmee ook personeelskosten en overheadkosten te maken
hebben, dan zullen we ook op die onderdelen over moeten gaan tot invulling van
de bezuinigingen met alle problemen die daaraan vastzitten. Ten aanzien van het
handhaven van de kwaliteit bij efficiencykortingen het volgende. Dat zal inderdaad
beoordeeld moeten worden tegen de achtergrond van de dan bekende toepassing
van de efficiencykorting. Gemiddeld is het wel 7,5%, maar de feitelijke terreinen
enerzijds en de omvang per terrein anderzijds is nu nog niet bekend. Dat zal een
van de onderdelen worden die wij ook bij de wegingen bij de Kadernota en de
voorbereiding daarop nadrukkelijk moeten betrekken. Ik wil in het weerbericht van
D66 meegaan, daar waar zij een zekere financiële mist bij de afdeling civieltechnische