29 OKTOBER 1991
462
voorstel voor een experiment van twee jaar dat geheel ligt in de lijn zoals wij die
in de commissie met elkaar hebben besproken. Ik hoop dit voorstel binnenkort aan
het college te kunnen aanbieden en ik verwacht dat het dan ongewijzigd richting raad
kan gaan. Naar aanleiding van de vraag van de heer Garritsen naar de huisvesting
van Turkse-Marokkaanse jongeren het volgende. De bedoeling is dat, zodra de huidige
gebruikers van het Boemerangverblijf hebben verlaten, de Turkse-Marokkaanse
jongeren daarin kunnen trekken en onze streefdatum is nog steeds 1 januari 1992.
Dan de vraag
De heer GARRITSEN
Wat doet U met het pand dat nu daarvoor is gereserveerd? Dat staat al ongeveer
een jaar leeg.
Wethouder VAN RAAK
Dat pand wordt betrokken bij de seniorenhuisvesting.
De heer GARRITSEN
Dat pand dus ook?
Wethouder VAN RAAK
Ja, dat pand dus ook. Naar aanleiding van de vraag naar welke samenwerkingsvormen
er bestaan tussen de sociale dienst, R.B.A., G.M.D. en bedrijfsverenigingen het
volgende. Een feitelijke samenwerking tussen de sociale dienst en het arbeidsbureau
bestaat er op dit moment op het individuele cliëntenniveau. En met de G.M.D. zijn
er concrete werkafspraken voor die cliënten, waarvoor een samenhang bestaat tussen
een arbeidsongeschiktheidsuitkering en bijstand. Op dit moment is de dienst bezig
met een voorbereiding om te komen tot concrete werkafspraken met het arbeidsbu
reau. We willen een structuur bereiken, zoals die wordt aanbevolen in de circulaire
van eind september van dit jaar van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgele
genheid, om te komen tot een Regionale Werkgroep Samenwerking G.S.D. en
arbeidsbureau. Er is nu in feite al sprake van een breder wordende samenwerking
om te voorkomen dat mensen werkeloos worden en een projectaanpak voor de
langdurige werkelozen. Op langere termijn zal dan een samenwerking mogelijk
moeten kunnen worden via de R. W.S.G.-en, die zich zal verbreden tot samenwerking
met G.M.D. en bedrijfsverenigingen.
Wethouder AD ANK
De nota Toerusting en Bereikbaarheid, de nota Weer samen naar school en de
London-systematiek, waarmee de staatssecretaris op het Ministerie van Onderwijs
bezig is om gestalte te geven aan het onderwijsbeleid, zullen zeker vanuit de landelijke
politiek, het landelijk bestuur, provinciaal en lokaal consequenties hebben. We hebben
daarover uitgebreid in de commissie onderwijs gesproken en ook toegezegd dat in
dezen een open discussie gevoerd zal worden over deze drie zeer fundamentele zaken
als het gaat om de organisatievorm van het onderwijs, als het gaat om het beleid
en als het gaat om het beheer van het onderwijs. Er zullen dan, dat heb ik ook
inmiddels gesignaleerd, fundamentele keuzes moeten worden gemaakt, zeker als het
gaat om de onderwijsgeving die, als we praten over de schaalvergroting, ter discussie