29 OKTOBER 1991
465
Wethouder AD ANK
Bij de zaken ten aanzien van kunst en cultuur wordt extra aandacht gevraagd door
de C.D.A.-fractie voor degenen die werken bij de culturele instellingen. Ik heb
daarover in de commissie al even gesproken, met name waar op dit moment sprake
is van werkdruk. Vanzelfsprekend is dat er natuurlijk een zekere druk binnen de
instellingen gedragen moet kunnen worden. Maar als er sprake is van nieuwbouw
en tegelijkertijd van een aantal andere zaken die in een heel kort tijdsbestek gereali
seerd moet worden en die tot een nieuwe uitstraling moet leiden, legt dat zeker extra
druk op het personeel. In het regulier overleg met de directeuren heb ik daaraan
in ieder geval de nodige aandacht besteed. Dus de aandacht die U hier vraagt, wordt
gegeven. In relatie tot de planontwikkeling schouwburg worden de effecten van de
inzet die op directieniveau, maar ik denk ook op het niveau van de techniek, worden
gepleegd op dit moment geïnventariseerd. Bekeken zal worden welke maatregelen
passend zijn, welke gehonoreerd kunnen worden in het kader van de financiën en
welke niet gehonoreerd kunnen worden. In alle andere situaties zal ik in ieder geval
ook, en vanuit de sector gebeurt dat ook, de vinger aan de pols houden. Naar
aanleiding van de vraag van mevrouw Heerkens over de organisatiestructuur van
de sector cultuur, maar ook van de culturele instelling, kan ik U melden dat het
standpunt van het college is, dat het cultuurveld in het perspectief van de uitvoering
van het programakkoord aan een nader onderzoek zal moeten worden onderworpen.
Dit geldt zowel voor de instellingen, als voor de sector cultuur sec bij de dienst
welzijn, en ook de relatie tussen beiden. Die opdracht is inmiddels door het college
gegeven en er is bij gezegd dat er binnen een tijdpad moet worden gewerkt, dat begin
1992 aan het college moet worden gerapporteerd. Dat betekent dat er bestuurlijk
en ambtelijk het nodige overleg zal zijn om tot beleidslijnen te komen die zullen
moeten leiden tot een heldere, doorzichtige en een adequaat operende organisatie,
als het gaat om een veranderend kunst- en cultuurbeleid in Breda. We praten over
personele, financiële en technische aspecten, facilitaire behoeften, maar ook over
de coördinatie ten aanzien van beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Want daaraan
heeft het in het verleden geschort, dat heb ik meerdere malen erkent. En wij zullen
kijken of wij daarvoor een goede oplossing kunnen vinden. Het laatste zal zich
overigens ook uitstrekken tot bijvoorbeeld monumentenbeleid en de daarbij
behorende adviesstructuren. Ik heb U dat ook gemeld. Wij hebben al een datum
voor een informatie-uitwisseling met de commissie geprikt. In de commissievergade
ring zijn enkele concrete vragen gesteld over De Beyerd en de schouwburg. Concrete
verzoeken daarover zijn door het college gedaan bij de directies. En ten aanzien van
de stadsschouwburg zullen in overleg met de concernafdeling financiën nadere
voorstellen worden gedaan. Wij kunnen dat niet voor ons uitschuiven tot het moment
dat de schouwburg mogelijk in een nieuwe huisvesting trekt. Dit moet ook in relatie
worden gebracht met de problematiek van de abonnementen. Het C.D.A. en de
P.v.dA. vragen naar het plan van aanpak van monumentale gezichtsbepalende panden
in relatie tot de dienst openbare werken. Hoe wordt dat gecoördineerd, hoe wordt
dat georganiseerd? Sinds de vaststelling van de beleidsnota "Monumenten van morgen"
is er een verregaande vorm van samenwerking en coördinatie, zowel ten aanzien van
de beleidsvoorbereiding als de uitvoering, tussen beide diensten bevorderd. U weet
dat er ook iemand binnen de dienst is vrijgemaakt om de signaleringsfunctie, waar
hier nog eens nadrukkelijk naar gevraagd wordt, duidelijk vorm te geven, zodat er