29 OKTOBER 1991 466 tijdig en snel afgestemd kan worden om minder gunstige ontwikkelingen te voorkomen. De dienst welzijn is betrokken bij de ruimtelijke planontwikkeling voor de binnenstad in het kader van het structuurplan en neemt deel aan de daaruit voortvloeiende deelprojecten. Beide diensten werken gezamenlijk aan een beeldbepa lend kwaliteitsplan en er vindt overleg plaats over de plaatsing van panden op de gemeentelijke monumentenlijst. Belangrijk is op dit moment het onderzoek naar een adequate en een slagvaardige adviesstructuur op grond van het gedecentraliseerde monumentenbeleid 1988, waarbij we toch ook een meer toegesneden beleid op gemeentelijk niveau zullen moeten hanteren, maar ook nog zullen moeten formuleren als het gaat over de vraag: hoe gaan wij om met de rijksmonumenten en de gemeente lijke monumenten in het kader van de verschillende bevoegdheden? U weet dat de gemeente thans de bevoegdheid heeft tot het zelfstandig afgeven van verschillende vergunningen. Maar die bevoegdheid vereist een gecoördineerde adviesstructuur en daarover wil ik ook nog in uitwisselende zin spreken met de commissie cultuur. De planontwikkeling voor de nieuwe schouwburg en de planontwikkeling St. Janstraat loopt op dit moment op schema. Wij hebben daarover de commissie ad hoe intensief geïnformeerd. Er zijn verschillende lovende woorden over het project St. Janstraat hier uitgesproken. Ik hoop dat het zo kan blijven en dat beide projecten, dus ook het project dat nu het dichtst bij het moment van realiseren zit, op een gegeven moment worden gerealiseerd. Wij kunnen daar eind dit jaar, begin 1992 in ieder geval naar uitzien. Over de historische sector is al meerdere malen gesproken de afgelopen weken en maanden. Op korte termijn, wij hebben dat onlangs afgesproken, zullen wij de directies van de gemeentelijke diensten die bij de geschiedenis van deze stad betrokken zijn, maar ook de instellingen en de aanhangende voorzieningen alsmede degenen die vanuit het particuliere initiatief zich bijzonder betrokken en bezorgd voelen bij die historische sector, uitnodigen om in overleg te kijken of wij binnen twee of drie maanden een beleidslijn kunnen vaststellen, op basis waarvan wat concreter gewerkt zal kunnen gaan worden. Ik denk dat op het moment dat die visie in overleg is vastgesteld, er ook een notitie ligt. Die zeg ik U toe en bij die notitie horen ook alle onderliggende stukken en een van die onderliggende stukken zal dan kunnen zijn, de notitie die indertijd het extern bureau aan het college heeft gepresenteerd en die nota heeft, zoals U weet, niet geleid tot verdere besluitvorming. In de richting van Groen Links kan worden opgemerkt, dat een dergelijke visie in het eerste kwartaal van 1992, inclusief alle onderliggende stukken, inclusief het rapport van het externe bureau, ter visie ligt. Zoals U weet, vindt op 20 november aanstaande een informatieve bijeenkomst plaats met de commissie aangaande het monumentenbeleid. Dan kunnen wij wat dat betreft concrete afspraken met elkaar maken. In de richting van verschillende fracties naar aanleiding van vragen over de archiefdienst het volgende. De afspraak is dat de organisatiepoot bij de portefeuille algemene zaken ligt en de historisch-culturele poot bij de wethouder cultuur. Een kwaliteitsverlies bij de publieksfunctie van het gemeentelijk archief kan worden voorkomen, wij denken sterker, in positieve zin worden bijgestuurd, als iedereen en dan niet alleen vanuit de gemeente maar ook vanuit het particulier initiatief en de instellingen, gezamenlijk bereid is om de geschiedenis van onze stad in welke vorm dan ook op een aantrekkelijke manier te presenteren. Daarover zullen de gesprekken concreet gaan. Een optimalere huisvesting, vinden wij, staat dat proces niet in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 466