31 OKTOBER 1991
479
V.V.D.-fractie om moeizaam bezuinigingswerk, zo begrijp ik dat dan uit de bijdrage
van de heer Taks in eerste termijn, in nauw overleg met de collegepartijen te
verrichten. Op zich vinden we dat, als dat zo is gesteld, en zo het ik lees ook in het
verhaal, principieel onjuist. Ons inziens heeft het college de taak om alle vijf de
partijen, vertegenwoordigd in de gemeenteraad, bij de nodige beleidsombuigingen
te betrekken en past het niet om de oppositie op informatie-achterstand te zetten.
Wel vinden we het belangrijk dat het college de raad vroegtijdig betrekt bij de
saneringsoperatie en niet pas als het eindplaatje al in zicht is. De opmerking van
De heer TAKS
Dat hebben wij toch ook bepleit, mevrouw Heerkens? Wat is het verschil nu eigenlijk?
Mevrouw HEERKENS
Op pagina 5 zegt U op een gegeven moment: daarom lijkt het gewenst dat het college
het moeizame werk verricht in nauw overleg met de vier fracties. Daaruit kunt U
lezen, maar als wij niet principieel van mening verschillen dan is dat prima, dat dat
beperkt blijft tot die vier fracties. Als U dat in dit forum zegt, in deze gemeenteraad,
dan denk ik dat dat op zich onjuist is. Maar ik ga verder. De opmerking van de
V.V.D. dat het programakkoord in het geding is, dient ons inziens in een ander
platform besproken te worden namelijk in dat van de politieke partijen die het
programakkoord hebben voorbereid, waarbij best de vraag kan rijzen of op sommige
punten bijstelling noodzakelijk is, maar, en dat willen we nogmaals benadrukken,
wat ons betreft dienen de hoofdlijnen van het programakkoord overeind te blijven.
Nog een enkele opmerking over de komende bezuinigingsronde. De totale omvang
van het bezuinigingspakket is op dit moment nog niet bekend. Dat betekent ons
inziens dat het college in zijn bezuinigingsarbeid rekening dient te houden met
verschillende mogelijkheden. Immers, dit onbekende gegeven kan wellicht leiden
tot een te lichtvaardige inschatting van de noodzakelijkheid van het bezuinigingspak
ket. We wensen het college daarbij veel succes, waarbij we mee willen geven dat
niet alleen de politieke discussie over beleidsprioriteiten centraal dient te staan maar
zeker ook de structuur van de diensten. Ook een doorlichting van de gemeentelijke
organisatie kan ons inziens extra financiële middelen opleveren. De P.v.d.A.
ondersteunt het uitgangspunt van het college dat gedwongen ontslagen zo veel
mogelijk voorkomen dienen te worden en de opmerking in eerste termijn over
flexibele inzet van personeel vinden we op zich een aardige gedachtengang. Wel
vragen we het college een uitwerking in het G.O. te bespreken. Terug naar de huidige
begroting van met name de verschillende portefeuilles. Ten eerste algemene zaken.
Uw beantwoording ten aanzien van onze afwijzing van de claim voor de tweede
dienstauto ten bedrage van 55.000,-- roept bij ons de volgende vragen op. Hoe denkt
het college zelf een bijdrage te kunnen leveren aan het terugdringen en het
verminderen van haar automobiliteit? Het lijkt alsof het college al bij voorbaat een
uitzonderingspositie voor zich reserveert. Nu in het kader van de stadsregiodiscussie
Breda in afwachting is van de herindelingsplannen, is er wat ons betreft uitgebreid
tijd om richting regiogemeenten aan te geven dat een sterke positie van een centrale
stad essentieel is en ten voordele van de totale regio. D66 heeft het nu nog eens naar
voren gebracht; wij hebben dat al eerder in de commissie en de raad naar voren