31 OKTOBER 1991 486 geval de meerderheid van het college, en laten wij hopen dat ook de beide P.v.d.A.- wethouders niet lijden aan de verkrampte P.v.d.A.-visie op het beperken van de automobiliteit. Dat stemt ons ook gerust met het oog op het komende structuurplan voor de binnenstad. De heer DE LEEUW In eerste instantie dank voor de beantwoording voor de eerste termijn. Wij willen vanavond nog kort reageren op zaken die wij hebben besproken over de milieudienst en de reactie van de heer Sandberg erover; over de financiële afhandeling van zaken, de portefeuille van de heer Römkens; vervolgens willen wij over ruimtelijke ordening nog een opmerking maken. En tenslotte willen wij natuurlijk reageren op de burgerenquête, waar de heer Taks juist ook naar refereerde. De heer Sandberg reageert op onze opmerking over de milieudienst in relatie tot openbare werken. Het is niet onze bedoeling geweest om daarmee aan te tonen dat wij een soort grootscheepse reorganisatie voorstaan, dat wij die graag zouden willen realiseren. Het gaat ons meer om cultuuromslag, die tot doel heeft de kwaliteit te verbeteren aan de ene kant en aan de andere kant bovendien nog een hoop efficiency oplevert, dus ook nog middelen. En dat kan ook op zich positieve effecten hebben voor problemen waar de heer Sandberg in zijn totaal voorstaat, met name minder bezuinigen kan namelijk leiden tot minder afstoten van arbeidsplaatsen. En in dat kader denk ik dat de heer Sandberg onze opmerkingen mag plaatsen. De heer Römkens heeft op een leuke wijze ons weerbericht aardig aangevuld, dank daarvoor, maar ook aangevoeld. Wij zijn blij dat hij de mist boven het stuwmeer wil laten verdwijnen, maar wat wij hebben willen zeggen is dat wij hem willen wijzen op het feit dat wij echt voor zwaar weer staan en dat het dus tijd wordt om paraplu's, regenjassen en laarzen uit de kast te halen. Dat hij niet als een bliksemschicht antwoord kan geven op onze vraag over de financiële gevolgen van teruglopende activiteiten, dat is ons duidelijk. Je kunt niet zomaar een algemene formule daarop loslaten. Maar waar wij op willen wijzen is, dat wij bij concrete invulling van het een en ander daarvoor wel aandacht willen hebben en dat wij dat ook terug kunnen vinden, zodat straks zoiets niet als donderslag bij heldere hemel komt. Onze opmerkingen over de Kadernota 1993 in relatie tot het programakkoord en het tijdstip van behandeling moeten gezien worden in het kader van de totale financiële problematiek en de te maken keuzes. Wij kunnen daarbij niet wachten op panklare voorstellen van het college en dat was meteen ook een reactie naar mijnheer Taks. Hij heeft het eigenlijk ook heel duidelijk verwoord en daarmee reageren wij ook in die zin positief naar de V.V.D. toe. Overigens zijn wij het samen die dit voorstel hebben gedaan en is het niet een initiatief van op zich de V.V.D. alleen. De heer TAKS Eerst nog wat groter zijn. De heer DE LEEUW Ja, nog wel, mijnheer Taks. De heer TAKS U moet dat niet zo zeggen, mijnheer De Leeuw. U kunt niet in de toekomst kijken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 486