31 OKTOBER 1991
502
Wethouder ADANK
Neen, er is een misverstand denk ik
De heer GARRITSEN
Het gaat om het verslag van het gesprek van wethouder Rattink met ambtenaren
en met U. Daarvan wordt melding van gemaakt in hetgeen vertrouwelijk ter visie
ligt en dat verslag zat er met bij, dat
Wethouder ADANK
Ik heb U gemeld dat ik uit zal zoeken waar dat verslag is en als dat er is dan leggen
we dat ter visie. De waarde van het rijksmonument Kloosterkazerne is beschreven
in het register ingevolge artikel 19 van de Monumentenwet. Ik heb dat ook gemeld
en een afschrift zal aan de leden van de commissie cultuur ter kennis worden
gebracht. We hebben ook afspraken gemaakt en dat is ook doorgesproken met de
Monumentenadviesraad, dat in het kader van de te volgen procedure van voor het
rijksmonument de Monumentenadviesraad daarbij vanzelfsprekend zal worden
betrokken.
Wethouder DE BRUIJN
In het overzicht van de moties was achter de motie burgerenquête mijn naam
ingevuld. Voorzitter, ik heb begrepen dat U daarop uitgebreid en namens het college
op een juiste wijze heeft geantwoord, dus er blijft voor mij nu helemaal niks meer
over.
De heer TAKS
Denk aan Uw portefeuille.
Wethouder DE BRUIJN
Ja, maar in het kader van collegiaal bestuur, mijnheer Taks, mag zelfs de burgemees
ter dat. Wat dat betreft zijn wij allemaal een, zoals dat heet. Ik zou in kunnen gaan
op niet gestelde vragen, zoals mijn collega aan mijn rechter zijde ooit weieens heeft
gedaan. Ik denk dat ik dan de hele avond bezig zou zijn. Ik denk dat mijn tijd beter
door mijn collega aan mijn linker hand kan worden gebruikt.
De heer KOEKKOEK
Ik wil de vragen beantwoorden in de volgorde waarin zij zijn gesteld. Ik begin met
de vragen van de C.D.A.-fractie. Ik vind het jammer dat mijn antwoorden als te
zakelijk zijn overgekomen. Dat was nadrukkelijk niet de bedoeling. Ik heb er van
tevoren over gedacht, hoe zal dat gaan, zo'n eerste keer. Ik dacht, laat ik mij zo
voorzichtig mogelijk en ook enigszins neutraal opstellen. Als dat op een ander wijze
is overgekomen dan ik zelf heb bedoeld, dan ben in ieder geval mijn eigen bedoeling
voorbij geschoten. Dat vind ik jammer, want ik ben beslist geen zielloos of ambtelijk
persoon. Dus, ik probeer het nu al anders te doen en in de toekomst nog veel meer.
Als het gaat om de prioriteit bij de grote bestemmingsplannen, dan vindt het college
inderdaad dat dat onvoorstelbaar veel prioriteit moet hebben. Ik kom daar zo meteen
nog in detail op terug bij de vragen van D66. Dat heeft natuurlijk een paar
consequenties, een daarvan heb ik genoemd, namelijk dat je wat zorgvuldiger moet