31 OKTOBER 1991
514
taakstellingen en instrumenten worden aangegeven. Wij zijn het eens met het
uitgangspunt en wij hebben ook tevens kennis genomen van de consequenties. Toch
willen wij graag een aantal uitspraken van de wethouder over de toekomst, over het
volgend jaar. Een jaarplanning zal noodzakelijk zijn en bij voorkeur een jaarplanning
op maat. Mogen wij van de wethouder vernemen wat het verdere plan van aanpak
is, zo mogelijk vergezeld van een zeker tijdspad en eventuele prioriteitsstelling? De
wethouder heeft in vorige vergaderingen medegedeeld dat een aantal deelonderwer
pen beleidsmatige prioriteit behoeven en daarom in deelnotities zullen worden
aangeboden. Misschien kan hij daar even een tipje van de sluier oplichten en ons
mededelen welke deelnotities wij in de toekomst mogen verwachten. Wij denken
daarbij aan, en eerdere sprekers hebben dat ook gemeld, een verdere uitwerking
van de overlegvormen met alle lokale partners, misschien wel een notitie studenten
huisvesting en een verdere uitbreiding van een instrument: het aanschrijfbeleid.
Mevrouw VAN OOSTERHOUT
De nota Volkshuisvesting is een algemeen beleidskader met diverse taakstellingen.
Wij hebben daarover uitgebreid van gedachten gewisseld. We hebben er flink gestoeid,
omdat we met z'n allen moesten wennen aan de veranderende verhoudingen, de
veranderende posities van de gemeente met name ten aanzien van het budget voor
de volkshuisvesting en met name voor de sociale woningbouw, de corporaties. De
nota getuigt van ruimte gezien ook het feit dat er een aardige consensus is over het
gegeven dat taakstellingen goed zijn en dat iedere stroming zich min of meer kan
vinden in dit verhaal. Ook de P.v.d.A. herkent in de nota royale mogelijkheden om
in het kader van goed en bereikbaar voor alle bewoners in het Bredase ook naar
de toekomst toe enige garantie te blijven vinden, zowel in de uitgangspunten en
taakstellingen gericht op het behouden van de bestaande woningvoorraad en ook
het behouden van het niveau van betaalbaar, als in het kader van nieuwbouw om
voor betaalbare woningen instrumenten, die we tot onze beschikking hebben als
gemeente, ook daar in te zetten waar het mogelijk is. Aan de andere kant is het zaak
en wij zijn het in die zin met de V.V.D. ook zeer eens, dat duurdere woningen ook
mogelijk moeten zijn in het Bredase. Nieuwbouw dient gericht te zijn op differentiatie
en doorstroommogelijkheden, vooral ook om woningen vrij te maken voor de mensen
met de lagere inkomens. Doelgroepenbeleid: het is prima dat een aantal groepen
de aandacht heeft, dat is voor een groot deel in het kader van het facetbeleid
opgenomen en dan heb ik het met name over ouderen. Breda heeft natuurlijk al
een langere traditie waar het gaat om huisvesting voor ouderen en dat heeft zo
zachtjes aan binnen de verschillende diensten ook z'n plekje gevonden. Dat neemt
niet weg dat ook in de nota wederom aangegeven wordt dat dat een groep is waaraan
je aandacht moet besteden. Datzelfde geldt voor studenten en migranten. Het
woonruimtebeleid. Ik spits het toe op de Stichting Woonruimteverdeling en de
Woonruimtewet. In taakstelling 26 staat aangegeven dat de gemeente zich terugtrekt
uit de S.W.B. en dat na een wat heen en weer onderzoek ook de Woonruimtewet
wellicht kan worden opgeheven. Het opheffen van de Woonruimtewet lijkt de P.v.d.A.
een wat overbodige exercitie, omdat dat pas zin heeft als er alternatieven, om min
of meer hetzelfde te regelen, zijn gerealiseerd. Wij zien die voorstellen gaarne
tegemoet. Mochten er goede alternatieven zijn, dan hebben wij op zich geen bezwaar
tegen het opheffen van die wet maar daarbij wel duidelijk aangetekend dat het ons