31 OKTOBER 1991
517
de mogelijkheid van de verkoop van sociale huurwoningen. Hierin wordt het beleid
van staatssecretaris Heerma gevolgd. In de komende jaren zullen overigens op
beperkte schaal sociale huurwoningen worden verkocht. Voor situaties zoals in
Engeland, waar duizenden mensen uit hun huis worden gezet omdat ze de hypotheek-
lasten niet langer kunnen betalen, ben ik niet bang. Het probleem zit hem meer in
het vrij beperkte contingent goedkope sociale huurwoningen. Door de hoge
basiskwaliteitseisen wordt het steeds moeilijker om sociale huurwoningen te realiseren.
De V.V.D.-fractie heeft daarover zojuist ook iets gezegd met betrekking tot het plan
Overkroeten. Ik denk hierbij óók aan de gerezen problemen met het project
Overkroeten. Tegelijkertijd kalft door veroudering en sloop het bestaande bestand
goedkope sociale huurwoningen af. Een voorbeeld is de voorgenomen sloop van de
flat aan de Lage Kant. Hoewel het uit bedrijfseconomische redenen te verdedigen
is deze flat te slopen, liggen de bewoners hiervan wakker. Een vervangende woning
kan gemakkelijk een huur vergen die twee keer zo hoog is. Verkoop van sociale
huurwoningen maakt dit probleem op termijn alleen maar groter. Ik zie niet wat er
verkeerd aan is dat, wanneer mensen die groter willen wonen, zouden moeten
verhuizen. Het beperkte bestand goedkope sociale huurwoningen moet niet zozeer
uit bedrijfseconomische, maar uit politieke overwegingen in stand blijven. Ik verzoek
de raad hierover een duidelijke politieke uitspraak te doen en dien hiertoe een motie
in die uitspreekt dat het ongewenst is om sociale huurwoningen te verkopen en waarin
het college wordt verzocht om de tekst van de nota te wijzigen in die zin dat voor
de periode tot 1 januari 1993 geen toestemming wordt gegeven voor de verkoop van
sociale huurwoningen en voor de periode na deze datum, wanneer de woningbouwver
enigingen geen toestemming meer behoeven, een duidelijk signaal wordt afgegeven.
De door de heer Maas ingediende moties luiden als volgt:
MOTIE (1)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad
der gemeente Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 31 oktober 1991, ter
behandeling van agendapunt 269, betreffende de nota Volkshuisvesting,
overwegende dat,
het tot een kerntaak van de gemeente behoort dat er wordt voorzien in
voldoende passende huisvesting;
er op gebied van studentenhuisvesting in Breda sprake is van een aanzienlijke
achterstandssituatie;