31 OKTOBER 1991 522 voering en controle op het subsidiestelsel op ons moeten nemen. Dat betekent en dat wordt in de wandelgangen wel het besluit woninggebonden subsidies genoemd, dat er extra taken door de decentralisatie bijkomen. Het B.W.S. wordt toch per 1 januari 1992 ingevoerd, ondanks nadrukkelijk verzoek ook van de gemeente Breda via de V.N.G. om dat rustig in te voeren om te kunnen kijken, waar we mee bezig zijn. Dat betekent dat we daarmee aan de gang moeten. We kunnen wel zeggen: we doen het niet, uiteraard kan de raad dat zeggen. Al die taken die we moeten doen, het is al meer dan erg genoeg, we voeren dat niet meer uit. Maar we kunnen dan wel wat probleempjes krijgen met de woningbouwverenigingen, respectievelijk de particuliere verhuurders, particuliere eigenaren, omdat alle subsidiestromen dan maar ergens liggen en dat is niet geheel de bedoeling van het beleid van de heer Heerma, voor zover ik hem heb begrepen. Dus naast de taakverandering is er ook nog een extra taak door de decentralisatie weggelegd voor de gemeente. Of daar financiële middelen bij komen, is ons volstrekt onduidelijk. Wandelgangen geven aan dat met name in de richting van de provincie, personen zullen worden gestuurd of gedecentra liseerd om dit werk uit te voeren en die doen dat werk voor de niet rechtstreekse gemeenten. Breda is door zijn inwonersaantal een rechtstreekse gemeente oftewel bepaalt en beheert zelf zijn budgetten, maar daarvoor blijft het nog even stil uit het Haagse. We weten het niet en we hopen dat we nog geld krijgen, maar we moeten het wel uitvoeren. Dus voor dat dilemma zitten we. We kunnen wel zeggen: we moeten taken overnemen van het Rijk, we krijgen er geen geld bij, dus doen we het niet! Ik denk dat dat niet in het belang is van de volkshuisvesting voor Breda. Ik ga nog even de sprekers langs. De planning. Mevrouw Van de Casteele, ik heb al aangegeven dat we met een jaarplan volkshuisvesting komen, op basis waarvan we gaan kijken hoe we de gelden in de toekomst verder zullen gaan verdelen voor de woningmarktsituatie. We zullen daarin ook de ontwikkelingen op die woningmarkt moeten aangeven en de mogelijkheden van wat we kunnen. Wat betreft de prioriteitsstelling in de uitvoering van de deelnota's, zult U begrijpen dat de prioriteitsstelling op dit moment bij de verordening besluit woninggebonden subsidies ligt die een onderdeel zal vormen van de verordening volkshuisvesting. We kunnen een tiental verordeningen naast elkaar laten bestaan, maar U begrijpt dat we dan weer extra ambtenaren nodig hebben die de verordeningen moeten coördineren. U begrijpt dat we het aantal verordeningen willen beperken, hetgeen in ieder geval een efficiencyvoordeel oplevert, dat er overigens niet toe leidt dat we minder dan 3,5 arbeidsplaats nodig hebben, maar we hebben minder dan meer nodig, laten we het zo maar even formuleren. Daar ligt in eerste instantie de prioriteit, omdat we op dat terrein de eerste slag aangaan. In de commissievergadering is al toegezegd dat we in de eerstvolgende commissievergadering zullen aangeven welke produkten er geleverd zullen moeten worden. Het is anderhalf A-viertje, dat ik eerlijk gezegd niet uit mijn hoofd ken, maar dat met een planning wanneer we wat zullen doen, naar de commissie toekomt. Mevrouw Van Beusekom praat nog over het financiële instrumentarium. We hebben daarover uitgebreid gepraat. U begrijpt dat het college tussentijds en in de loop van het proces ook met de Tussenbalans werd gecon fronteerd, maar daarnaast ook heeft geconstateerd: we kunnen wel allerlei potjes aanspreken, maar als die potjes er niet zijn, dan houdt het op. U noemt daarbij met name de grondkosten als instrumentarium. Grondkosten kunnen in alles een in strumentarium zijn, maar of dat gewenst is, is vers twee. Mijn collega ter rechterzijde,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 522