28 NOVEMBER 1991 542 (Applaus) De VOORZITTER Dan dank ik het stembureau voor zijn vele en gewichtige diensten bewezen aan de stad Breda en ontsla ik het stembureau van verdere bezigheden deze avond, hoewel je dat nooit zeker weet. Dan is nu aan de orde een procedurevoorstel. Als het goed is heeft U een brief thuis gekregen, waarbij aan U is verzocht of U er bezwaar tegen zou hebben om punt 311 van de agenda wat eerder te behandelen in verband met enige t.v.-opnamen. Ik heb van niemand van U te horen gekregen dat daartegen fundamentele bezwaren bestaan. Ik stel dus voor om allereerst nu aan de orde te stellen punt 311 van de agenda. Iemand die daar bezwaar tegen heeft? Dan noteer ik graag wie over dit punt het woord wenst te voeren. 311. KREDIETVOTERING AD 2.314.000,- IN VERBAND MET DE INVULLING VAN DE JAARSCHIJF 1991 VAN HET VERLICHTINGSSTRUCTUURPLAN. De heer VAN GURP De fractie van D66 is blij met het thans voorliggende raadsvoorstel om 2,3 miljoen te voteren ten behoeve van de jaarschijf 1991 van het verlichtingsstructuurplan. Zowel uit de enquête als uit gesprekken die wij regelmatig voeren met de burgers van Breda komt naarvoren, dat een goede verlichting zeer op prijs wordt gesteld. Dit betreft met name vrouwen en oudere mensen. Sociale veiligheid speelt in dezen vaak een belangrijke rol en verkeersveiligheid, hoe aannemelijk ook, wordt vaak op een tweede plaats genoemd. Wij juichen het dan ook toe dat aan het aspect van de sociale veiligheid prioriteitzal worden gegeven. Door bijvoorbeeld het verlichten van fietspaden kan er tevens een bijdrage worden geleverd aan de bevordering van de mobiliteit van het langzaam verkeer. Wij hopen dat de toepassing van nieuwe energiebesparende technieken in de toekomst steeds meer inhoud kan geven aan het uitgangspunt: meer doen met dezelfde middelen. Wat betreft de middelen willen wij tot slot opmerken dat wij het jammer vinden dat de invulling van de jaarschijf 1991 pas zo laat plaatsvindt. Dat de reorganisatie van de P.N.E.M. daarbij een belangrijke negatieve factor is geweest, willen wij best geloven. Maar of het als reden voor vertraging mag worden opgevoerd, wagen wij te betwijfelen. Door de loop van dit project die al wel erg lang is, zou anticiperen op een en ander best hebben gekund. Wij hopen dan ook dat de komende jaarschijven wel op tijd zullen gaan worden ingevuld en wij rekenen daar ook op. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Tijdens de begrotingsbehandeling heeft de C.D.A.-fractie al gesproken over het verlichtingsplan. Het lag namelijk al een tijd klaar, ook het financiële plaatje. Wij zijn nu inmiddels eind november en zoals wij allemaal weten is op dit moment de dag kort, het is lang donker, en wij hadden het erg op prijs gesteld wanneer deze invulling wat eerder had plaatsgevonden, zodat wij eigenlijk nu al een nuttig effect van dit geheel zouden hebben. Dat is helaas niet het geval en de voorzitter van de commissie heeft dan ook aangegeven wat de reden daarvan is. Toen men met het project van start ging, bleek toch dat men halverwege de rit een aantal bijstellingen moest plegen en men heeft toen ook een onderzoek ingesteld. Ik denk dat het college daar goed aan heeft gedaan. Dat onderzoek heeft namelijk toch het een en ander opgeleverd. Ik denk dat het voor Nederland uniek is dat zo'n onderzoek is ingesteld. Ik heb begrepen dat op dit moment de relatie tussen de verschillen in verlichtingsniveau en de mening en de gevoelens van de bewoners in een onderzoek nog niet eerder in dit land is gepeild. De betrokkenheid van de bewoners was hierbij zeer groot. Het is gebleken dat verlichting mensen enorm aanspreekt. De donkere, enge plekken, de verkeersveiligheid en een aantal zaken zoals wij hebben besproken in de commissievergadering ten aanzien van het verminderen van de criminaliteit zijn punten die duidelijk naarvoren zijn gekomen in het geheel. Wij zijn als C.D.A.-fractie uitermate blij met dit verlichtingsplan en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 542