28 NOVEMBER 1991
545
rendement graag toezeg. Ik kan op dit moment geen tijdstip noemen waarop we deze in de
commissie brengen, maar ik zeg U toe dat ik zal proberen in de commissie van 11 december
meer duidelijkheid daarover te geven. Ik kan U dan een termijn noemen. Dan kan ik het met
de ambtenaren opnemen. Wat betreft de rapportage waarnaar mevrouw Van Bergen vraagt, denk
ik dat het goed is dat ik daarop in de commissie van 11 december terugkom om aan te geven
op welke termijn U die rapportage tegemoet kunt zien. Het is in ieder geval zo, ik heb dat al
eens eerder gezegd, dat de reacties op de vraag van het college aan woningbouwverenigingen
en particuliere verhuurders niet zodanig zijn dat we een gat in de lucht springen, dat we daarmee
ook de onveilige plekken die niet tot het gemeentelijke grondgebied behoren, onmiddellijk zullen
kunnen oplossen. Maar daarop kom ik op 11 december terug om een termijn met U af te spreken.
De heer Garritsen vraagt nog een keer naar de planning, maar daarmee ben ik eigenlijk al
begonnen: ik zal er alles aan doen om vóór de zomervakantie met de jaarschijf 1992 in de
commissie te zitten. Ik dacht dat ik zo alle vragen had beantwoord.
De heer VAN DE STEENOVEN
Bedankt voor de duidelijke antwoorden. De P.v.d.A.-fractie is in ieder geval blij om te horen
dat er in Brabantpark en in de Heuvel toch snel maatregelen zullen worden getroffen. Er zijn
volgens mij twee vraagjes of opmerkingen van mij blijven liggen, waarop de wethouder niet heeft
gereageerd. Dat is het punt van het parallel laten lopen van de aanpak, de aanpassing, van de
groenvoorziening met het oog op de sociale veiligheid in relatie tot de aanpak van de verlichting.
Het tweede punt is het aspect van de fasering en de financiële aspecten daarvan. Toen we het
in juni over het investeringsplan hadden, zijn er voorstellen gepasseerd hier in de raad om de
uitgaven, de investeringen in de verlichting, toch wat te beperken. Ik hoop dat het bij die ene
keer blijft.
Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT
De wethouder zei dat ik vroeg om de termijn van de rapportage van de particuliere eigenaren,
maar ik vroeg niet om de termijn van rapportage, ik vroeg om de termijn waarop de zaken worden
aangepakt. U hebt wel een beetje gezegd: we zijn niet zo enthousiast over de resultaten die we
daarvan kunnen verwachten, maar toch zou ik een nadere precisering wel op prijs stellen. Verder
had ik geen vragen.
De heer GARRITSEN
Eén vraag: mocht het onverhoopt niet lukken vóór de zomer, dan vind ik wel dat de wethouder
zelf die zaak dan moet melden. Dat heeft hij in feite toegezegd maar dezelfde vraag die ik nu
eigenlijk stel is dat er toch een aantal maatregelen is waarvan je weet dat het moet doorgaan en
dat je inderdaad wèl gaat uitvoeren. Als er één dingetje tegenzit moet dat niet de hele zaak
ophouden.
Wethouder KOEKKOEK
Ik voel me in ieder geval gesterkt door de woorden van de hele raad om er een onvoorstelbare
druk op te zetten om het plan op tijd in de commissie en in de raad te krijgen. Als het niet lukt
dan stel ik mij zeer zeker voor dat ik dat meld in de commissie en dat we kijken wat voor soort
noodmaatregelen we kunnen treffen. Naar mevrouw Van Bergen toe: de kwestie van de aanpak
en op welke termijn hangt natuurlijk wel samen met de manier waarop de aangeschreven
verenigingen en eigenaren reageren. Dus het hangt wel met elkaar samen, maar ik kan er op
dit moment, omdat ik al die antwoorden niet ken en we ook een groot aantal antwoorden niet
hebben, niet op ingaan. Ik zeg U toe dat ik in de commissie van 11 december met de hele
commissie wil bespreken wat we binnen hebben en op welke termijn we met die antwoorden
iets kunnen doen in de zin van een oplossing, van een aanpak, zoals U dat noemt. De heer Van