7 MAART 1991
55
voelt zich prettig aangesproken met de toezegging van wet
houder Römkens om met name de aannames wetenschappelijk te
toetsen. Dat spreekt ons aan als finale onderbouwing. Dat
betekent dat ook wij, evenals wethouder Adank, behoefte heb
ben aan een zoveelste financiële berekening, laat ik zeg
gen: de Koekkoekmatige berekening, als ik het zo mag zeg
gen. Wij zijn wat dat betreft blij met de toezegging over
de allerlaatste finale onderbouwing.
De heer KOEKKOEK
Ik zal op de Van Fessem-achtige toer gaan en het ook heel
kort maken. De toezegging van wethouder Römkens om de aan
names ten aanzien van de horeca-exploitatie en de daarmee
samenhangende risico's, groot of klein, te toetsen - en ik
begreep in de schorsing aan de hand van een aantal computer
modellen - is precies dat wat de P.v.d.A.-fractie beoogde
met haar vraag. Ik ben blij dat dat gerealiseerd kan wor
den. Ten aanzien van het monumentenbeleid denk ik, dat de
opmerkingen van de P.v.d.A.-fractie en van de wethouder na
mens het college, goed tot hun recht kunnen komen door daar
niet vanavond, maar in de commissie op termijn op terug te
komen. We hebben als raad een monumentennota vastgesteld,
maar er is zo ontzettend veel gepraat in de stad en de men
sen vragen zich af wat wij nou toch eigenlijk allemaal met
die monumenten doen. Daarom is het raadzaam om eens in alle
rust daarnaar te kijken, en er in ieder geval voor te zor
gen dat, als er een helder beleid is en het blijkt te wer
ken, het dan op zijn minst naar buiten wordt uitgedragen en
als het niet blijkt te werken dan moeten we het misschien
bijstellen. Als we daarop in de commissie nog vóór de zomer
vakantie kunnen terugkomen, dan vind ik dat een prima zaak.
De heer TAKS
We hebben in eerste termijn een aantal principiële opmerkin
gen gemaakt over de kadernotamethodiek. Als die methodiek
wordt toegepast volgens de oorspronkelijke bedoelingen, dan
is dat inderdaad het politieke zwaartepunt in de gemeente
raad. Daarin heeft mijnheer Garritsen gelijk. Zo was het
ook bedoeld, het zwaartepunt is verschoven van begroting
naar kadernota, als de methodiek wordt toegepast volgens de
bedoelingen, zoals we die hier indertijd met elkaar hebben
afgesproken. We zijn erg blij te horen van het college dat
het niet de bedoeling is van het college terug te keren
naar een financiële nota, maar naar een volledige en vol
waardige beleidsmatig onderbouwde kadernota. Die mogen we
volgend jaar weer verwachten. Dat betekent naar ons gevoel,
dat de behandeling van de kadernota volgend jaar ook weer
in de commissies in die zin plaatsvindt en dat de commis
sies om advies wordt gevraagd voor de onderdelen die tot
hun werkterrein behoren. Nu is het louter en alleen een
toetsing in de commissie financiën. Maar het zou weer zoals
vroeger moeten zijn, dat alle commissies over hun werkter
rein een advies uit kunnen brengen. Het betekent ook dat de
entourage in de raadzaal straks weer wordt aangepast, de