28 NOVEMBER 1991 550 de slag gaan. Ik ben er dus ook van overtuigd dat in dat opzicht de huisvesting van het archief aan de Vlaszak geen enkele belemmering vormt om straks ook gezamenlijke projecten op het punt van historie te kunnen uitoefenen. Ik moet ook eerlijk zeggen en ik heb dat in de commissie al mogen zeggen, dat ik zelf ook buitengewoon geïnteresseerd ben in het historisch werk. Ik heb mij daarmee ook in het verleden op amateurbasis beziggehouden en bij de naspeuringen over dit onderwerp heeft niemand mij in den lande ook duidelijk gemaakt dat per se één gebouw noodzakelijk zou zijn om in dit kader voor die meerwaarde zorg te dragen. Als ik dan nog een enkele opmerking mag maken over de kwaliteit van de nota: dank voor de complimenten die zijn gemaakt voor de samenstelling van de nota. Ik denk inderdaad dat het een helder stuk is. Daarom is het college er ook aan gehecht om deze nota aan U te presenteren tegelijkertijd met een discussie over de huisvesting van het archief. Ik bestrijd dat er in deze nota te weinig aandacht zou worden gegeven met name aan het historisch onderzoek. Op bladzijden 23, 24 en 25 geeft een korte opsomming perfect weer waarmee het archief zich ook de komende jaren zal bezighouden met historisch onderzoek. Het is natuurlijk wel zo dat de Archiefwet gewoon een aantal verplichte taken geeft aan het archief. Dat we hier een grote achterstand hebben en dat er extra personele capaciteit moet worden vrijgemaakt is duidelijk. Anders komen wij nooit meer door die berg van achieven heen, anders verschuiven we alleen maar het probleem naar de toekomst. Dat betekent niet dat daarmee het historisch werk van het archief wordt ondergewaar deerd, het tegenovergestelde: ik denk dat niemand hier in Breda kan beweren dat, na de publicaties zoals die de afgelopen anderhalfjaar zijn verschenen, het archief in Breda zich uitsluitend bezig houdt met het normale huis-, tuin- en keukenarchiefwerk. Neen, er verschijnen voortdurend historische publicaties. In dat opzicht is er denk ik ook sprake van onderzoeksactiviteiten. Dat er natuurlijk een aantal claims in die nota zit en dat het college dit niet heeft gehonoreerd op dit punt is duidelijk. Dat geldt voor alle beleidsnota's die verschijnen. Die zullen straks allemaal in de grote potpourri van de kadernota aan de orde moeten komen en dan zult U politieke keuzes moeten maken. Dan zult U ook prioriteiten moeten stellen, niet alleen binnen het archief, maar ook tussen het archief en alle andere vele fraaie zaken die we hier in Breda graag met elkaar willen realiseren. Dat is denk ik ook het juiste moment van afweging van prioriteiten. Dat laat onverlet dat de nood van die archieven, de opeenstapeling van kilometers archief hier in Breda, wel degelijk een aanleiding vormde om daar ondanks extra kosten toch op tijd in te grijpen en het college staat daar dan ook nog steeds van harte achter. Het is in feite een noodzaak. Kijkt U maar naar de droevige brieven die de provinciale archivaris ons iedere keer heeft gestuurd. Ik hoop in ieder geval dat met deze archiefnota ook tegelijkertijd een aanzet kan worden gegeven voor de amateuristische beoefening van de historische wetenschap in onze stad. In dat opzicht zijn er verenigingen werkzaam. Ik denk dat we als we dat vergelijken ook met andere steden, kunnen vaststellen dat ook op dat terrein nog veel meer zou kunnen gebeuren en de mensen die werkzaam zijn bij het archief hebben ook in de nota duidelijk gemaakt dat ze ook de komende jaren samen met dat particulier initiatief graag willen werken aan de vervolmaking van de historie van Breda. Ik denk ook dat ik kan vaststellen dat deze nota daarvoor een uitstekende basis vormt. Met het college heb ik kunnen vaststellen dat grote delen van de raad er in ieder geval van overtuigd zijn. De heer TAKS Ik geef toe dat een historische clustering heel goed denkbaar is zonder clustering qua huisvesting. Alleen ging de discussie in het verleden uit van een fysieke clustering. Maar het is heel goed denkbaar met wat minder genoegen te nemen. Ik heb begrepen uit Uw woorden dat het college en zeker de nieuwe wethouder van cultuur het als een van zijn eerste taken zal zien om die clustering in organisatorische zin tot stand te brengen en daarbij wensen we dan het college veel succes. Het hoofdschudden van de beoogde nieuwe portefeuillehouder wekt minder vertrouwen maar Uw woorden hebben we heel goed verstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 550