28 NOVEMBER 1991
553
De heer GARRITSEN
Neen, ik begreep uit de woorden van de voorzitter, dat dat in het college toch aan de orde is
geweest. Dat is toch een beetje het vertrekpunt geweest: een gepensioneerde directeur die je dan
weg kunt bezuinigen.
De heer VAN FESSEM
Ja, maar het verhaal is al heel oud, begrijp ik, en misschien was men het wel vergeten.
De heer GARRITSEN
Vóór Uw tijd.
De heer VAN FESSEM
Ja, precies. Dus in die anderhalfjaar die ik hier meedraai kende ik het verhaal niet. Ik vond het
wat ontluisterend, maar ook uit modder en uit anderszins lage motieven kunnen mooie bloemen
groeien. Dus laten we die samenwerking, die clustering, als zodanig maar beschouwen. Voorzitter,
U hebt in de verhalen uitgebreid beargumenteerd waarom er moet worden verhuisd. In 28
commissies is erover gesteggeld. Al Uw argumenten zijn evenzovele keren herhaald. We willen
allemaal clustering. Dat hebben we ook afgesproken. U hebt overigens ook heel duidelijk verteld,
dat had U ook al eerder gedaan, dat dat ook zonder gemeenschappelijke huisvesting kèn. De
werkelijkheid is zoals hij is. Dat wil dus zeggen dat er verhuisd moet worden, kim worden, en
dat er niet meer geld is om dit soort zaken leuker te doen, want daarop komt het dan toch neer.
Bij ieder besluit dat moet worden genomen - en dat is een beetje dan naar de heer Garritsen,
als we de politiek in wat bredere zin bekijken - moeten we tegenwoordig iedereen laten inspreken.
Dat is goed, maar we moeten wel een keer doorstappen en ieder besluit heeft tegenstrijdige
belangen. Bij dit besluit komen de winkeliers in het geweer. Ik denk dat met een beetje fantasie
en ik verwacht ook dat U daarover toezeggingen doet, die huisvesting van de archiefdienst er
leuk, "leuk" is een beetje een flauw woord, maar aantrekkelijk uit komt te zien. Misschien is
het wel heel aardig om van winkelstraat naar winkelstraat er iets aardigs met een archiefdienst
tussen te hebben. Misschien trekt dat juist wel klanten aan. Laten we het eens van die kant
bekijken. Dat is misschien ook wel aardig. Die werkelijkheid wensen wij te zien. De P.v.d.A.,
zo heb ik begrepen inmiddels, ziet die werkelijkheid ook en daarbij wil ik het in eerste instantie
laten.
De heer TAKS
Zoals ik al bij het vorige agendapunt heb opgemerkt, trekt de V.V.D.-ffactie zeker niet in twijfel
dat de huisvesting van de archiefdienst verbetering behoeft. Met name de depotruimte behoeft
een kwantitatieve uitbreiding en een kwalitatieve verbetering. Daarmee is echter niet gezegd dat
we er ook van overtuigd zijn dat het voorliggende voorstel ook de beste oplossing voor deze
huisvestingsproblematiek vormt. We betreuren dat het college heeft geweigerd gevolg te geven
aan het verzoek van twee van de collegepartijen, de D66-fractie en de V.V.D.-fractie, om de
besluitvorming over dit voorstel enkele maanden uit te stellen om mogelijke alternatieve
oplossingen nader te onderzoeken. Het alternatief dat wèl in hoofdlijnen is onderzocht, namelijk
de verbouwing van de panden aan het Stadserf, vraagt inderdaad hogere investeringen. Maar
te gemakkelijk wordt uit het oog verloren dat ook de verhuizing naar de Vlaszak een aanzienlijke
verhogingvan de huisvestingslasten voor het archief betekent. Van 120.000,-thans, naar bijna
575.000,—, waarvan alleen al 288.000,- voor de huur. Voor de huidige panden wordt géén
huur betaald. Naar onze mening is de verhuizing, zoals die in dit voorstel wordt beoogd, vooral
van belang voor de verhuurder, de G.S.D. Daarmee wordt wellicht ook het algemeen gemeentelijk
belang gediend, zeker, maar niet in de eerste plaats het belang van de archiefdienst. Naar onze
mening biedt de Vlaszak alleen maar een oplossing en nog maar een gedeeltelijke oplossing voor