28 NOVEMBER 1991 556 dat het op zich nog beter zou kunnen, maar een bankinstelling aan de voorzijde, de publieksfunctie van de archiefdienst, de puien zeg maar die opgeknapt gaan worden èn het gegeven, dat wil ik ook nog eens nadrukkelijk zeggen, dat een commerciële invulling op zich voor de gemeente verliesgevend is. Daarnaast zijn er plannen om aan de zijkant een ambachtelijk atelier te creëren en daarnaast heeft ook de burgemeester in de commissie nog eens gezegd dat de verdere winkelfunctie in tact blijft. Dan krijg je de vraag of er reële alternatieven aanwezig zijn. Ons inziens zijn die er niet of men moet bereid zijn - we hebben ook heel duidelijk gevraagd naar een financieel plaatje, een financiële onderbouwing van die alternatieven - daarvoor inderdaad veel geld uit te trekken. Minimaal praat je dan al over vier a vijf miljoen gulden. Die bereidheid bestaat bij de P.v.d.A.-fractie in ieder geval niet. Ook de P.v.d.A.-fractie is vóór een versterking van de culturele sector, vóór samenwerking op historisch en educatief terrein, maar ook wel binnen een aantal financiële randvoorwaarden en mogelijkheden voor Breda. Als ik het dan samenvat dan is het duidelijk dat er een dringende huisvestingssituatie is, dat er voor ons in ieder geval geen reële alternatieven aanwezig zijn, dat ook voor ons duidelijk is dat er toch een versterking optreedt voor de Vlaszak en een commerciële invulling verliesgevend is. De samenwerking op historisch-educatief terrein blijft in de toekomst volop aanwezig. Ik ga nog even in op het verzoek om uitstel. Dat zou dan slechts verwachtingen wekken en het is gewoon duidelijk, althans uit het betoog dat ik nu houd, dat dat absoluut niet kan. De heer GARRITSEN Nog een aantal aanvullende opmerkingen. Het is zo dat dit voorstel - niet concreet dit voorstel maar een voorstel voor nieuwe huisvesting - toch al jaren in de pen zit en als er dan een verzoek komt van twee collegepartijen en ook nog van een oppositiepartij dan denk ik dat je dan toch ijzersterke argumenten moet hebben om te zeggen: die twee maanden, dat zou niet kunnen. En die hoor ik eigenlijk niet. Nu is het iets beter dan in de commissie, met name van de P.v.d.A. Toen was het zo: we hebben toch collegiaal bestuur en dat is toch een goed argument De heer TAKS Dat leren ze wel af, dat soort argumenten, mijnheer Garritsen. De heer GARRITSEN Toch wel. Daar doen we ons best voor, maar nu zijn Mevrouw HEERKENS Ik protesteer op zich tegen Uw opmerking, want ook in die commissie ben ik in eerste termijn op alle argumenten ingegaan en toen heb ik uiteindelijk gezegd, ook richting college en richting burgemeester, dat ik hoopte dat het echt, gezien inderdaad de meerderheid voor dit voorstel, het grote belang van een goede huisvesting en gezien de financiële gegevens, snel zou worden doorgevoerd naar de raad. Dat heb ik zó inderdaad gezegd. De heer GARRITSEN Maar waar het dan om gaat is het beperkte verzoek om nog twee maanden eens te kijken en een aantal andere alternatieven eens op een rij te zetten. De argumenten er vóór zijn duidelijk en natuurlijk is het zo, als je het vergelijkt met de huidige huisvesting met de knelpunten die we hebben, dat je dan zegt: daar moet je wat aan gaan doen. Om nu twee maanden te wachten is denk ik niet onoverkomelijk. Het andere punt is dat er toch weer een tijdelijke voorziening moet komen. Een stuk archief moet naar Het Steenen Hoofd en dat is ook al weer niet zo'n ideale oplossing. Of het er nu een paar maanden langer blijft zitten of niet: ik denk dat dat heel weinig zal uitmaken. En het financiële argument: het pand is duur, is nu in feite ook een broekzak vestzak-verhaal. Op het moment datje een commerciële functie erin zou doen zou je er misschien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 556