28 NOVEMBER 1991 558 veel minder geld veel betere huisvesting aan de Vlaszak. Met andere woorden, het alternatief: hier blijven is voor het college niet aan de orde omdat dat financieel niet op te brengen was. Ik heb ook niemand tijdens de debatten de afgelopen weken in de commissies horen betogen dat er alsnog vier vijf miljoen gulden moest worden uitgetrokken. Het tweede alternatief zoals dat door sommige fracties aan de orde is gesteld - en de heer Garritsen volgt nu inmiddels het college, hij heeft het vorige alternatief ook al van de politieke agenda van zijn partij afgevoerd - is: de Kloosterkazerne. Ik heb U verteld dat dat in het verleden al een keer is onderzocht in het kader van de vloerbelasting voor de vestiging van de bibliotheek en die Kloosterkazerne kwam dus ook absoluut niet aan bod. En dan laat zich de vraag stellen: is er nu een reëel alternatief binnen Breda, dat binnen afzienbare tijd ter beschikking komt voor de huisvesting van het archief? Degenen die dat weten moeten het zeggen. Het alternatief van de heer Garritsen is natuurlijk geen echt alternatief, want dat alternatief komt pas halverwege 1993 aan de orde met alle verbouwingen die daar dan eventueel zouden moeten plaatsvinden, buiten het feit dat we ons als college en nu ook als raad nog zullen moeten bezinnen over wat we überhaupt te zijner tijd met die terreinen gaan doen. Met andere woorden, als er echte reële alternatieven waren geweest, dan hadden we denk ik in het college nog een situatie kunnen hebben dat we bereid waren geweest om te kijken naar die alternatieven, maar die alternatieven ontbreken ten enenmale en ik heb ook in de debatten de afgelopen weken geen reële alternatieven te horen gekregen, ook niet in financiële zin. Dan het tweede punt en dat vind ik inhoudelijk van het allergrootste belang: de vraag of de accommodatie aan de Vlaszak nu een slechtere of een betere accommodatie is. Het is natuurlijk volstrekt duidelijk, als je de vierkante meters van het Stadserf in verbouwde toestand legt naast de accommodatie aan de Vlaszak, dat met de Vlaszak de medewerkers er aanzienlijk op vooruit gaan en ook de publieksruimte in die nieuwe accommodatie royaler is dan de huidige publieksruimte. In totaal gaat het om driehonderd vierkante meter extra die aan de Vlaszak ter beschikking komt en dan tel ik nog niet eens al die andere ruimten mee die gezamenlijk worden gebruikt: het bedrijfsrestaurant, de fietsenstalling, de opslagruimte voor schoonmaakdiensten, liften, et cetera, et cetera. Die zijn daarbij daar nog niet eens inbegrepen. Met andere woorden, ik overdrijf het niet, als we praten over getallen van 1.100 vierkante meter hier op het Stadserf en ik zeg dan dat de nieuwe accommodatie 300 vierkante meter er extra op vooruit gaat, dan is dat een verbetering in ruimtelijk opzicht van minimaal 30 Dat is een aanzienlijke verbetering en niemand kan mij dan ook wijsmaken dat de nieuwe huisvesting aan de Vlaszak als het gaat om de accommodatie niet zou deugen. Het tegenovergestelde: hij is voortreffelijk. En degenen die het tegenovergestelde willen beweren moeten dat vind ik dan maar bewijzen. Aan de hand van het aantal vierkante meters en de faciliteiten kan ik in ieder geval die conclusie niet trekken. En ik denk dat het daar in feite toch om gaat: hoe gaat dat archief in de toekomst functioneren en kan het in de nieuwe accommodatie wat meer de vleugels uitslaan dan hier op dit achterterrein mogelijk is. Het derde belangrijke punt dat in de discussie naar voren is gebracht en waaraan ik ook hecht, omdat het college daarover terecht ook een aantal keren heeft gesproken, is de winkelfunctie. Ik denk datje met elkaar inderdaad een reële discussie kunt hebben over de vraag of het pand van burgerzaken niet beter zou kunnen worden bezet door winkels. Het college heeft eenvoudigweg moeten vaststellen dat dat commercieel maken op dit moment een structureel verlies voor de gemeente betekent in de orde van grootte van zo'n dikke twee ton en dat betekent dus dat je op de verhuur van een commerciële ruimte een verlies lijdt van twee ton. U kunt mij niet wijsmaken dat het verstandig zou zijn om als gemeente permanent winkelruimte die je gaat verhuren te subsidiëren. Ik denk dat dat in ieder geval geen verstandig beleid zou zijn en vandaar ook dat het college ook niet voor die oplossing heeft gekozen. Ik heb er wel bij gezegd en ik herhaal het hier vanavond nog eens in de raad, dat wij geen verdere aantasting van die winkelfunctie daar wensen en dat betekent dat ideeën van het verder in beslag nemen van de ruimte van Gianotten wat ons betreft niet aan de orde zijn en dat wat ons betreft die huidige winkelac commodatie daar ook in die vorm zal blijven bestaan. Daarin komt dus geen verandering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 558