28 NOVEMBER 1991
565
daar uitdrukkelijk wilt ontwikkelen en deze wilt meenemen in ontwikkelingsschetsen. Anderszijds
ben je denken wij als je in beekdalen ook nog een golflocatie aanlegt, niet op een manier bezig
die zeg maar de richting aangeeft die in feite het milieubeleidsplan toch aangaf: je wilt dit soort
recreatieve elementen niet in zo'n kwetsbaar beekdal. Dus dan denk ik: het één moet je doen,
maar dan moeten de andere plannen die je ontwikkelt sporen met dit beleid datje hier vaststelt
en ik denk dat dat hard noodzakelijk is.
De heer VAN DE STEENOVEN
Ondanks het feit dat mijn fractievoorzitter smacht naar koffie, zou ik toch wat meer dan een paar
woorden over dit voorstel willen zeggen, want ik vind het wel dermate van belang dat het zijn
tijd nodig heeft. Twee maanden nadat wij hier in de raad het Gemeentelijk Milieubeleidsplan
hebben vastgesteld, worden door het college nu 31 concreet geformuleerde uitvoeringsprojecten
voorgelegd. Dat verdient een compliment aan het college maar speciaal ook aan de betrokken
ambtenaren en de betrokken wethouder. De projecten bestrijken vrijwel alle milieuthema's,
doelgroepen en benaderingswijzen en je kunt dus echt spreken van een integrale aanpak. De
proj ecten passen bovendien binnen de financiële kadersdat hadden we aanvankelijk niet verwacht,
dus wat wil je nog meer. Toch denk ik dat je elk voorstel dat we krijgen in de eerste plaats op
zijn doelmatigheid moet beoordelen. En wat was het doel ook al weer van het G.M.P.? Herstel,
behoud en ontwikkeling van het natuurlijk basissysteem rond Breda en dan is dus de vraag: zijn
deze 31 projectvoorstellen voldoende om die hoofddoelstellingen te bereiken? Ik denk dat de
complexiteit van dat milieu en ook de complexiteit van die 31 projectvoorstellen die afweging
heel moeilijk maken. In het preadvies wordt ook op die afweging ingegaan. Ik wil vaststellen
dat veel van de nu voorgestelde projecten meer exemplarisch zijn, dan dat ze echt de hele
doelgroep of het hele terrein omvatten. Er zullen dus zeker vervolgprojecten moeten komen op
basis van concrete beleidsevaluatie. In het raadsvoorstel wordt die al in het vooruitzicht gesteld
en wij zullen als fractie met grote aandacht afwachten hoe die evaluatie eruit zal gaan zien. We
zijn ook bezorgd. De milieuproblematiek is zo groot en ons produktiesysteem is zo gebaseerd
op roofbouw van de natuur dat je, ook al probeer je milieubewust te leven en ook milieubewust
politiek te handelen, dan toch heel vaak in verleidingen komt om toch maar weer af te wijken
van die mooie voornemens en die mooie uitgangspunten. Afgelopen zaterdag stond er in de N.R.C.
een interview met een hele idealistische cultuurfilosoof, Ton Lemaire, die stelt dat zelfs hij zich
op zijn biologisch-dynamische boerderij in de Dordogne niet kan losmaken van ons milieuvernieti
gend economisch systeem. Wat moeten wij in Breda dan wel daarvan niet verwachten? Met
bewustwording alleen, dat heb ik uit dat artikel wel begrepen, kom je er dus echt niet. En als
wij dus nu zeggen: we zijn zo goed bezig geweest met dat Gemeentelijk Milieubeleidsplan en
iedereen is toch echt anders gaan denken -het komt tussen de oortjes, om met de wethouder te
spreken - dan zijn we uiteraard heel blij daarmee en ik denk dat dat ook een eerste voorwaarde
ismaar er zal nog heel veel moeten volgen. Produktiewijze en consumptiepatronen moeten anders
en de politiek zal voor een belangrijk deel daarvoor moeten zorgen en die zal dat ook, wanneer
overreding niet lukt, door middel van regelgeving, vergunningverlening en handhaving moeten
afdwingen. De gemeentelijke overheid vervult een sleutelrol.
Ik wil zeker namens mijn fractie heel nadrukkelijk meedelen dat dit uitvoeringsprogramma een
goede en ook een substantiële start is, maar er zal nog heel wat moeten volgen en dan sluit ik
mij aan bij de woorden van de heer Blommers als hij zegt dat de nieuwe wethouder een hele
zware taak wacht om de hier gestarte activiteiten uit te bouwen en ook ervoor te zorgen dat binnen
de politiek het milieu als hoogste prioriteit blijft bestaan.
Wethouder RöMKENS
Eigenlijk zijn er weinig vragen gesteld. Ik denk dat het ook iets te maken heeft met het proces
dat wij met elkaar hebben doorgemaakt in de commissie milieu en energie en het proces dat ook