19 DECEMBER 1991
592
stadsvernieuwing, je daar dus al een aantal zaken van afsnoept. Nogmaals, de wethouder hoeft
niet meer te antwoorden, maar het mag wel. Maar wij blijven tegen.
De VOORZITTER
Het wordt nog iets moois tussen U en de wethouder.
Wethouder VAN RAAK
Neen. Ik doe het niet meer. Ik zie af van een antwoord.
De VOORZITTER
Aan deze broze verstandhouding moet ruw een einde worden gemaakt. En dat allemaal vlak voor
Kerstmis. Droeviger kan het niet, maar daarmee is het wel aanvaard met de stemmen van de
V.V.D.- fractie tegen en de stem van de wethouder van de V.V.D. voor.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van de V.V.D.met uitzondering van de wethouder,
geacht wil worden te hebben tegengestemd.
336. INZET INCENTIVE MIDDELEN ALGEMENE BUSTANDSWET.
337. JAARREKENING 1990 VAN HET WOONWAGENSCHAP BREDA.
338. INRICHTEN STADSKANTOOR.
Akkoord.
339. BELEIDSLUNEN VOOR HET WOONRUIMTEVERDELINGSBELEID IN DE
KOMENDE JAREN AAN DE HAND VAN DE NOTITIE "WOONRUIMTEVERDELING
IN DE JAREN NEGENTIG".
Mevrouw BROSKY-WESTDORP
Na de behandeling van de nota volkshuisvesting is naar onze mening dit voorstel een eerste
logische uitwerking en consequentie ervan. Gehoord de toezeggingen van de portefeuillehouder
met betrekking tot enerzijds de gewijzigde verhouding gemeente/SW.B. per 1 januari aanstaande,
te weten dat lopende verplichtingen waargemaakt, respectievelijk uitgevoerd zullen worden en
vervolgens afgebouwd waarbij de zorg voor het personeel vanzelfsprekend wordt meegenomen
en anderzijds, dat ruim voor 1 juli 1992 afspraken met de corporaties worden gemaakt met
betrekking tot beleidslijnen en financiële regelingen terzake, gaan wij akkoord met dit voorstel.
Met de notitie "woonruimteverdeling in de jaren negentig" van de werkgroep en de daarin
geformuleerde hoofdlijnen gaan wij uiteraard eveneens akkoord en wij zien gaarne binnenkort
een nadere uitwerking daarvan verschijnen. Het zal duidelijk zijn dat wij eveneens instemmen
met het buiten werking stellen straks van de woonruimtewet 1947.
Mevrouw VAN OOSTERHOUT
Met de notitie zoals die voor ons ligt: "woonruimteverdeling in de jaren negentig" is de P.v.d. A.
in hoofdlijnen akkoord. Het is een notitie die is opgesteld te zamen met de corporaties en de
gemeente. Er zitten twee elementen in waarbij ik even stil wil staan. Het terugtrekken van de
gemeente uit het bestuur van de S.W.B. heeft gezien de veranderende verhoudingen en dus de
veranderende verantwoordelijkheden alle logica in zich. Daarmee hebben wij dan ook vervolgens
geen problemen. Ik heb het over de woonruimtewet. Daar wordt een aantal voorstellen gedaan
enerzijds ten aanzien van de particuliere verhuurders. Met betrekking tot de afspraken ligt ook