19 DECEMBER 1991 597 beleidsmatig en dat doen we in samenwerking met de corporaties. We hebben daar als college ook aangegeven dat wat er ook gaat gebeuren in de toekomst, zorgvuldigheid zal worden betracht ten behoeve van het personeel, ten behoeve van de financiële verplichtingen die de S.W.B. heeft aangegaan. Dat is in een vorige raadsvergadering toegezegd, dus wie ben ik dan om daarop terug te komen. Overigens heb ik het toen zelf ook gezegd dus dan zou het wat raar zijn als ik dat weer deed. Dat betekent dat, uitgaande van de nieuwe verhoudingen, we zullen moeten gaan kijken hoe we in de toekomst omgaan met de S.W.B. Dat doen we in eerste instantie met de corporaties en mevrouw Van Beusekom, niet in de laatste plaats, weet exact hoe verschillend de corporaties daarover denken. Hoe we daar dan verder uitkomen met de corporaties zullen we uiteraard aan de commissie en aan de raad voorleggen, maar ik denk dat het belangrijk is duidelijk de uitgangsposities te bepalen, hoe je met elkaar gaat werken. Op het moment dat de uitvoering volledig onder de verantwoordelijkheid van de beherende instanties komt, de corporaties in dit geval, ligt daar ook de eerste verantwoordelijkheid. De discussie over de nul-optie hebben we ook in de commissievergadering bij de behandeling van de nota volkshuisvesting al eens gevoerd, ik dacht op 12 november en we hebben hem nog gevoerd bij de raadsvergadering van 31 oktober en nog eens tijdens de afgelopen commissievergadering. De nul-optie is nadrukkelijk van onze kant zo bedoeld. Dat het niet zo is overgekomen hebben wij in een gesprek direct na de vergadering in november al met het bestuur van de S.W.B. doorgesproken: namelijk d&t is de uitgangspositie, het wil niet zeggen dat er geen cent meer richting S.W.B. komt, maar outputgericht denken leidt ertoe, dat wij kijken welke produkten wij kunnen afnemen van de S .W.B.wat we extra vragen van de S.W.B. en dat kan te maken hebben met doelgroepenbeleid, met informatievoorziening, en welk prijskaartje er vanuit de S.W.B. richting gemeente onder ligt. Op basis van die produkten wordt de prijs vastgesteld en wordt er op een gegeven moment een financiële relatie gelegd met de SW.Bik kan beter zeggen met de corporaties via de S .W.B. Dat betekent dat we eerst gezamenlijk uit die verhouding moeten komen, gezamenlijk deprodukten moeten afspreken, en pas dan overgaan, er zal een tussenperiode zijn, tot een nieuwe systematiek in relatie tot de S.W.B. Dat betekent dat we de verplichtingen volledig nakomen tot het moment waarop wij via een nieuwe samenwerkingsovereenkomst de zaken uitgebreid hebben besproken en hebben vastgelegd. Het kan niet zo zijn dat de gemeente eenzijdig iets opzegt en vervolgens zegt: jullie kunnen de boom in, neen, we gaan nadrukkelijk met elkaar overleggen en ruim voor 1 juli zullen wij, de commissie en vervolgens de raad, een nieuwe samenwerkingsovereenkomst opzetten. Het is niet zo dat met name vanwege de financiële verhoudingen de samenwerkingsover eenkomst opengebroken moet worden. Er er zijn diverse artikelen - ik heb ze nog eens nagezocht, ik kan ze U allemaal voorlezen maar dat doe ik maar niet want anders komt de schouwburg vanavond misschien niet meer aan de orde en dat zou ook jammer zijn - die gelet op de gewijzigde verantwoordelijkheden ertoe noodzaken dat de samenwerkingsovereenkomst wordt aangepast. Kortom, het is geen eenzijdige opzegging, het is een nadrukkelijk gezamenlijk kijken hoe wij de toekomst samen in kunnen. Nogmaals, richting degenen die op een gegeven moment het gevoel hebben dat de gemeente zich terugtrekt en de S.W.B. met de problemen laat zitten, we kunnen ons best voorstellen dat de S.W.B. denkt: wat gebeurt er allemaal met ons. Ik denk dat we, ook in de richting van het personeel van de S.W.B. maar dan via U, nadrukkelijk moeten aangeven dat we die verantwoordelijkheid erkennen, want we hebben tien jaar lang met elkaar gewerkt in die zaak, en dat we op een gegeven moment wat betreft het contract nadrukkelijk kijken hoe we daarmee omgaan. Kortom, géén zoals mevrouw Van Beusekom even wat zwart-wit zegt voldongen feit: we doen niets meer, neen, maar wel nadrukkelijk het signaal: hoor eens, we gaan anders met elkaar om, dkt zijn de afspraken en die gaan we het komende halt]aar uitwerken en we zullen nadrukkelijk alle zorg die noodzakelijk is voor het personeel en voor de organisatie betrekken bij de hele ontwikkeling. Om dan te zeggen: ja, leuk en aardig, je hebt eerst die mensen bij de afdeling volkshuisvesting nodig en daarna ga je maar eens kijken waar je dat geld vandaan kunt halen, dat haal je bij de S.W.B. vandaan: ik vind dat een beetje het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 597