7 MAART 1991 60 Dit misverstand wil ik even uit de wereld helpen. Het ging niet over een vergelijking van een wieleraccommodatie met een golfaccommodatie als appels met peren, het ging over de vorm en de financiering van die investering. De heer GARRITSEN Neen, dat weet ik. Het punt is dat het erom gaat of je daar voor financiële middelen nodig hebt, en dan zeg ik: in de afweging met knooppuntprojecten zit er voor de sector sport en recreatie in feite helemaal niets in. Dan kan in feite toch helemaal niets, of zit het misschien in de normale in vesteringen? Men kan wel zeggen dat zo'n golf accommodatie niets kost, maar aangezien D66 nogal veel om het milieu geeft, zou ze in zo'n beekdal zoiets niet moeten aanleggen. Je moet die procedures zo niet voeren, omdat de P.P.C. die zaak dan ook weer moet afblazen. Daarom denk ik dat je meer dere zaken moet toetsen. Ik wil in Uw richting heel uitdruk kelijk vragen of U, bij een normaal investeringsvolume en als de sector sport te weinig middelen voor een beperkte bijdrage voor bijvoorbeeld de wieleraccommodatie heeft, toch daarvoor op de bres staat. IV. BEANTWOORDING COLLEGE Wethouder SANDBERG Eén vraag van de heer Taks in mijn richting, die kort beant woord kan worden. Ik kan geen enkele steekhoudende reden be denken om in de commissie personeel, organisatie en informa tiebeleid niet met een zekere regelmaat bij te praten en desgewenst ook de discussie aan te gaan over de bijstelling in het implementatieproces dat ons voor ogen staat. Wethouder RÖMKENS Ik heb aan de dames en heren raadsleden de circulaire, on der het hoofd nieuwsbrief, over het overleg tussen het kabi net en de V.N.G. en I.P.O. gegeven. Ik neem aan dat dit nog veel duidelijker onderstreept, datgene dat ik in eerste in stantie over de voortgang heb bedoeld te zeggen. Om voor eens en voor altijd alle misverstanden uit de weg te ruimen het volgende. U weet dat het ondenkbaar is dat er verschil van mening zou kunnen bestaan tussen de heer Adank en mij ten aanzien van bedoelingen. Wat ik heb gezegd, is het vol gende: ter onderbouwing vindt nadere toetsing plaats van de bezoekramingen en de daaruit te verwachten bezoekaantallen met als gevolg daarvan de daaruit voortvloeiende horeca-op- brengsten en bezoekersopbrengsten, teneinde de realiteits waarde van het hele plan waar mogelijk te vergroten. Die zaak willen wij graag, waar mogelijk, via een geavanceerde computertechniek toetsen. Die mogelijkheid dient zich aan en het college zal erover beslissen of deze extra toets plaatsvindt. Waar collega Adank en ik het ook helemaal over eens zijn is, dat wij als stuurgroep en als college geen en kele behoefte hebben aan een tweede, derde, vierde of vijf de financiële toetsing, omdat wij ervan overtuigd zijn dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 60