19 DECEMBER 1991 609 Het is een knooppuntproject, zo werd het al eens aangekondigd. In het mooie masterplan van de gemeente staat hij ook als een knooppuntproject, toen nog voor 18 miljoen. En toen hadden we zelfs wel eens gedacht dat knooppuntproject betekent, dat er geld van het Rijk komt, maar dat hebben we ook nog niet echt gezien. Ik denk en daarmee nemen we hetzelfde standpunt in als de P.v.d.A., dat we eigenlijk richting een sobere schouwburg moeten en dat betekent niet een schouwburg die niet de moeite waard is. Als je een schouwburg hebt met een grote zaal met 900 en een kleine zaal met 450 zitplaatsen, dan is dat, in vergelijking met de huidige schouwburg, een ongelofelijke verbetering, ook kwalitatief als het om nieuwbouw gaat. Wij denken dat twee filmzalen, die nu in het plan zitten, te veel is voor Breda. De bezoekers van het Filmhuis zeggen dat ze het zelden hebben meegemaakt dat ze er niet in konden, dus waarom dan twee filmzalen? Het andere punt is PARA aan het Van Coothplein. Wij denken datje die zaak zou moeten verbete ren. PARA zou daar best kunnen blijven zitten, maar dan wel in een verbeterde accommodatie. Wij denken datje op die manier met minder geld een schouwburg op maat voor Breda zou kunnen realiseren. Over de invulling van het terrein rondom Concordia, vragen wij ons af, hoewel we altijd sympathiek staan tegenover woningbouw in de binnenstad, of de locatie achter Concordia een geschikte locatie is voor woningbouw. Je zit toch tegen de achterkant van een gebouw te bouwen en wij hebben daarbij grote vraagtekens. Wij vinden dat daar uitgebreid naar moet worden gekeken. Wij denken dat, als je de toneeltoren sloopt en de zaal sloopt, er mogelijkheden zijn om het gebouw als zodanig te vergroten dat je daarin een andere, misschien, overheidsfunc tie/gemeentelijke functie en misschien in de richting van cultuur zou kunnen huisvesten. Het laatste punt betreft de investeringen ten opzichte van de bezuinigingen die op dit moment binnen het college worden besproken, en die we heel binnenkort hier allemaal op tafel zullen krijgen. Als er wordt gesneden in allerlei voorzieningen, dan denk ik dat je het naar de bevolking van Breda niet kunt maken, om nu dit bedrag op tafel te leggen voor deze schouwburg. Ik denk dat er dan geen sprake is van een evenwichtige afweging. In de richting van de P.v.d.A. zou ik nog willen zeggen, want ik heb begrepen dat de fractie ook namens de wethouders spreekt, dat ik vind dat daaraan toch consequenties zouden moeten zitten. Op het moment dat het grootste project van Breda door een grote fractie niet wordt gesteund, dan vind ik dat de wethouders daaruit de consequenties moeten trekken. Er zijn vergelijkbare steden waar om mindere zaken wethouders zeggen: daarvoor neem ik niet de verantwoordelijkheid. Ik zou daarop graag een antwoord willen hebben van de PvdA-wethouderswant ik denk dat ze daartoe toch verplicht zijn. Wethouder RÖMKENS Ik heb de indruk dat er eigenlijk heel weinig vragen zijn gesteld. Ik heb uitgebreide stemverklarin gen gekregen met een aantal kanttekeningen en met name door Groen Links en door de P.v.d.A. zijn een aantal opmerkingen gemaakt, om uiteindelijk tot een conclusie te komen, waarbij mij de opmerkingen van de P.v.d.A. iets sympathieker overkomen dan die van Groen Links. Maar ik kom daarop dadelijk bij mijn beantwoording nog terug. Diverse sprekers hebben gesproken over een theatermodel. Het college heeft daarop op adequate wijze een antwoord gegeven bij de stelling die in de vergadering van de raad van 1 juli aan de orde is geweest. Ik wil die stelling toch met name in de richting van de heer Van de Steenoven letterlijk citeren: "het verdere onderzoek naar realisering van een schouwburg op een nieuwe locatie zal betrekking hebben op alle elementen: op voorhand zullen geen onderdelen worden geëlimineerd". Welnu, het college is van mening dat hier een voorstel wordt gepresenteerd dat naar onze mening een verantwoord voorstel is, inclusief alle elementen. Met andere woorden er waren en er zijn geen argumenten, naar de mening van het college, om noch op voorhand, noch achteraf elementen te elimineren. Op de volgende vraag gingen met name de heren Van de Steenoven en Garritsen in en ook anderen, hebben voor alle duidelijkheid, daarbij kritische kanttekeningen geplaatst: is dit exploita tiemodel met de daarin opgenomen aannames realistisch en geloofwaardig? En nu zal het uit mijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 609