7 MAART 1991 62 Taks heb ik ook de heer Garritsen beantwoord en de overige vragen van de heer Garritsen lagen niet op mijn terrein. Wethouder RATTINK Allereerst richting de heer De Leeuw: die kosten worden in derdaad inzichtelijker gemaakt. We hebben deze maand ook nog een overleg met de Provincie naar aanleiding van de cij fers bij "Werken aan water", ik zei al eerder dat we daar wat vraagtekens bij hebben. Waar moet je nou vanuit gaan? Dat zal nog wel een discussiepunt blijven. Maar in het ri oolstructuurplan wordt - zodra we daarover duidelijkheid hebben, ook samen met de Provincie - dat verhaal U gepresen teerd en dan zullen die meerkosten ook inzichtelijk zijn. Mijnheer Garritsen en ik zullen het nooit eens worden. Ik denk alleen dat alles wat hij opnoemt inderdaad toch rede lijk vanzelfsprekend spoedeisend is, derhalve zijn er midde len uitgetrokken in deze kadernota voor het hele verkeers- en vervoersbeleid. Verder denk ik dat hij met zijn verhaal het bewijs levert van het kip/ei-verhaal, zoals ik dat net aangaf. Ook hij begint met: we willen een compleet verhaal en alles moet getoetst worden ook middels het instrument van de verkeersmilieukaartDat zijn natuurlijk allemaal za ken die ook inderdaad moeten. Je zult trachten het in een breder kader te doen, alleen dat houdt een keer op. Hij is ook wat selectief in zijn opmerkingen over bestemmingsplan nen. Ik kan refereren aan het bestemmingsplan Hoogeind, een bedrijvenlocatie aan de A27 waarop duidelijk positief is ge adviseerd en waar het erom gaat dat je tracht ook daar het openbaar vervoer te creëren. Het gaat niet alleen om - ik heb het al eerder gezegd - bedrijven- en woningbouwloca ties; je kunt ze niet allemaal op één hoop voegen. Je zult dus ook elders het openbaar vervoer moeten brengen, wil je niet verder verstikken in het De heer GARRITSEN Ik snap niet dat U deze laatste opmerking maakt. Ik heb- juist in de commissie ook duidelijk gezegd dat die locatie voor ons een uitstekende locatie is, mits die goed bereik baar is. Wij hebben daarmee ingestemd, dus ik ben helemaal niet zo selectief. Het gaat juist om een aantal locaties die niet aan de voorwaarden voldoet. Wethouder RATTINK Hoogeind voldeed in eerste instantie ook niet. Je moest er op een gegeven moment ook aan laten voldoen. De heer ADANK Ik zeg de heer Koekkoek toe dat ten aanzien van het monumen tenbeleid, de monumentenverordening en de nieuwe monumenten wet 1988 op basis waarvan de verordeningen op een aantal punten aangepast zullen worden, het volstrekt logisch is dat dat in de commissie, zeker als het gaat om de gewone da gelijkse gang van zaken c.q. de praktijk van het monumenten beleid, besproken moet worden. Over de opmerking van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 62