19 DECEMBER 1991 622 bij dit raadsvoorstel. Wat ik er nog van wil zeggen is dat dat in dit raadsvoorstel duidelijk wordt verwoord wat zowel door Rijk als provincie wordt voorgestaan bij beperking van het autogebruik, het meer gebruik maken van het openbaar vervoer en het stimuleren van het fietsverkeer. Ik denk dat dat drie duidelijke uitgangspunten zijn. Wat overigens van ons wordt gevraagd, is eigenlijk niet meer dan mee te kunnen gaan met de beleidsvisie die hier in het structuurschema verkeer en vervoer voor Breda wordt uiteengezet. Ik denk dat er nogal wat in dit structuurschema staat. Wij ondersteunen dan ook graag het beleid dat hier in wordt verwoordIn de commissievergadering heb ik gezegd dat, kijkend naar het rapport dat er ligt over het structuurschema, er nog een zin onder staat, namelijk: een spoor met dwarsliggers. Ik kan U zeggen, dat wij graag het spoor in dezen mee willen uitzetten, maar dat wij in ieder geval bij dit agendapunt niet de dwarsliggers willen zijn. De heer PEETERS Wij onderschrijven ook graag het in de nota gekozen uitgangspunt om het autogebruik te beperken. Het is gelukkig zo, dat algemeen het besef groeit dat het noodzakelijk is de automobiliteit terug te dringen, maar het zich daarvan bewust zijn leidt nog niet tot daarnaar handelen. Daarom moet naar onze mening de overheid met gerichte en soms dwingende maatregelen komen, om het autogebruik terug te dringen onder andere door het stimuleren van andere vervoerswijzen. En juist in dat opzicht vinden wij dat de nota wat voorzichtig is. Hij blijft steken in beleidsvoornemens en laat ik zeggen maatregelen die naar onze mening niet ver genoeg reiken om werkelijk en op korte termijn effect te hebben. Wij zouden dat graag wat scherper aangezet willen zien. Een voorbeeld daarvan is de mobiliteitstaakstelling met betrekking tot het intern autoverkeer. Het college stelt voor dat het percentage autogebruik niet meer mag toenemen. Dat betekent dus, dat absoluut gezien het autogebruik nog wel zal toenemen. Wij vinden dat, vooral met het oog op de hoge milieubelasting, niet acceptabel. Als we dat autogebruik willen terugdringen, is het alternatief het openbaar vervoer of de fiets. En als het openbaar vervoer, in dit geval dus de bus, enigszins concurrerend wil kunnen zijn met de auto, dan zullen de reistijden korter en de frequentie hoger moeten zijn. Bij het realiseren daarvan is men evenwel afhankelijk van de overlast die het overige verkeer aan de bus biedt, dus zeggen wijeen vrije busbaan. De nota spreekt daarover niet in alle duidelijkheid, de formulering houdt in dat een vorm van een vrije busbaan in het centrum van Breda van belang kan zijn. Duidelijker was de functiewethouder van cultuur. In de laatste commissievergadering heeft hij namelijk gezegd dat de discussie binnen het college niet meer handelt over de vraag öf er een busbaan moet komen, maar over hóe die er moet komen. Ik neem aan dat we ervan mogen uitgaan dat wethouder Römkens in die uitspraak het standpunt van het college heeft verkondigd. Wat het fietsverkeer betreft staat er in de nota een aantal maatregelen genoemd, waarmee wij van harte kunnen instemmen. Ik wil daarover graag twee opmerkingen maken. Op de eerste plaats zouden we bij de uitvoering van de maatregelen prioriteit willen geven aan de radiale fietsroutes van de wijken, van het centrum en het station. En verder dringen wij aan op een snelle realisering van die zaken met betrekking tot het fietsverkeer, die tegen betrekkelijk lage kosten nu al zouden kunnen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld, de meer fietsvriendelijke afstelling van verkeerslichten, fietsenstallingen, bewegwijzering, waar nodig het verkeersveiliger en sociaalveiliger maken van bestaande fietspaden. Ik denk dat dat laatste een positieve uitwerking zou kunnen hebben op het besef waarover ik zojuist sprak en misschien geeft dat aan een aantal mensen het laatste duwtje om eens een keer de auto te laten staan en de fiets te nemen. Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT Het structuurschema verkeer en vervoer is, zoals het ook aangeeft, een instrument om te komen tot een nieuw beleid op het terrein van verkeer en vervoer in Breda. De te verwachten economische groei met als logisch gevolg daarvan het toenemend gebruik van de auto, kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 622