19 DECEMBER 1991
631
De heer VAN GURP
Het voorstel lezende denk ik dat wij toch moeten concluderen dat het allemaal wat erg magertjes
is wat hier voor ons ligt wat betreft de ontsluiting van het ziekenhuis door middel van het openbaar
vervoer. Door middel van de motie hebben wij deze zorgen willen uitdrukken en als je zo eens
om je heen je oor te luisteren legt dan merk je ook gauw dat er bij heel veel mensen klachten
leven ten aanzien van het openbaar vervoer naar het ziekenhuis toe. Ik denk dat voor de laatste
maal van onze kant in ieder geval nog eens een keer moet worden opgemerkt dat dit probleem
voorkomen had kunnen worden en voorkomen had moeten worden. Ik denk dat wij er op dit
moment niet onderuit kunnen om akkoord te gaan met het inzetten van deze eenmalige middelen,
om in ieder geval toch nog te proberen overeind te houden wat er overeind te houden is. De
heer Goos gaf het ook al aan, wij zijn erg blij met de zinsnede dat de B.B.A. is opgedragen om
in ieder geval voor 1 juli aan te geven hoe daar een stadsbus langs kan gaan lopen.
Mevrouw VAN BERGEN-NUEHOLT
De raad heeft in september ook al over een vergelijkbaar voorstel gesproken, maar in dat
raadsvoorstel stond toen onder het kopje "tijdelijke medefinanciering" en als wij nu kijken staat
er "medefinanciering". Misschien ben ik te achterdochtig, maar ik weet niet of dat dat een
bedoeling heeft en ik hoop van niet, maar dat hoor ik direct wel namens Uw college. Dezelfde
argumenten als in september, zijn nu nog van kracht om toch node met dit voorstel akkoord te
gaan. Er had eerder een akkoord met verkeer en waterstaat gesloten moeten worden. Het is te
laat aangevraagd. Wij zitten nu met de gebakken peren, ofwel met de Tussenbalans en het niet
toekennen van extra gelden die aan het ministerie worden gevraagd. In het raadsvoorstel zegt
het college dat zij de B.B.A. opdracht geeft binnen eigen middelen een oplossing te vinden. Ik
heb inmiddels in de pauze al van de wethouder gehoord dat daaruit iets positiefs zou kunnen
komen, maar hij zegt dat hopelijk direct ook nog wel. Ik denk dat wij bij het ministerie moeten
blijven aandringen dat eerst een stukje verantwoordelijkheid kan worden genomen. Het is natuurlijk
de boel op zijn kop zetten als wij eerst moeten kunnen aantonen dat wij veel meer hebben
vervoerd, want dan zit je al zo lang met een tekort op de exploitatie. Kunt U met dit voorstel
vanavond aangeven dat dit het laatste voorstel is van medefinanciering voor wat betreft deze lijn?
En dan bedoel ik niet de verschuiving binnen de B.B.A. naar andere punten.
Wethouder KOEKKOEK
Om daarmee te beginnen, het móet het laatste voorstel zijn. Ik denk dat wij in alle duidelijkheid
naar elkaar toe moeten zeggen en dat heb ik ook tegen de B.B.A. gezegd: jullie zullen in het
voorjaar moeten aangeven op welke manier je binnen je exploitatie kunt komen tot een stadsbus
langs het Ignatius Ziekenhuis. En dat heeft dus als consequentie dat als je ergens de zaak wat
uitrekt, datje elders de zaak wat moet inkrimpen. Het komt uit de lengte of uit de breedte, maar
het moet binnen diezelfde exploitatie. Ik heb inderdaad deze week gehoord van de mensen die
daarmee bezig zijn, dat zij al wat mogelijkheden hebben gevonden, die zij nu verder aan het
uitzoeken zijn om het college daarmee medio februari te verrassen. Ik hoop dat dat inderdaad
tot de mogelijkheden behoort. Het hele verhaal verdient niet de schoonheidsprijs. Wij hebben
daarover in de commissie ook uitgebreid gesproken, ook in september. Ik zeg U toe dat het een
tijdelijke medefinanciering is en het woord medefinanciering suggereert niks. Het is voor een
halfjaar eenmalig en daar moet het ook echt bij blijven, tenzij wij als raad een hele andere koers
gaan varen, maar dat zie ik voorlopig ook niet gebeuren. Tenslotte wil ik nog een ding zeggen.
Het college heeft op grond van de kanttekeningen die in de commissie zijn gemaakt afgelopen
dinsdag een vrij zure brief vastgesteld richting Ministerie van Verkeer en Waterstaat waarin onze
kritiekpunten zijn aangegeven. Die brief wordt U in de commissievergadering van 8 januari
aanstaande ter kennis gebracht en dan kunt U die nog eens nalezen.