7 MAART 1991 70 ontslaat ook niet. Dat doet de werkgever in casu het colle ge van b. en w. Er zijn situaties, waarbij het dienstver band wordt verbroken onder bepaalde condities. Als daaraan financiële gevolgen vastzitten, worden die altijd aan de commissie P.O.I. medegedeeld en zal het ook via de begro ting een bijstelling behoeven. Dus indirect komt de raad daar wel aan te pas. Waarvan ik in ieder geval nadrukkelijk afstand neem, is dat wij een rechtsongelijkheid, die U sug gereert, hier zouden hanteren met betrekking tot het niveau van de betrokken functionaris. De heer GARRITSEN Voorzitter, niet om moeilijk te doen, maar punt is dat, als een chef tegen een typiste zegt dat zij niet goed functio neert, er dan tijd voor uitgetrokken moet worden om te kij ken hoe je die zaak oppakt en of er andere mogelijkheden zijn, om te voorkomen dat zo iemand met een brief richting college gaat met als inhoud: ik wil 80.000,en dan ben ik bereid om te gaan. Ik bedoel dat dit soort zaken in fei te rechtsongelijkheid schept. En we zijn toch een aantal ke ren geconfronteerd met forse bedragen. De VOORZITTER Ik denk dat Uw opvattingen duidelijk zijn. Ik neem aan dat ik kan vaststellen dat het voorstel is aanvaard, met de stemmen van Groen Links tegen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 29. RAPPORT "DE BREDASE STADSREGIO: SAMEN VERDER". De heer TAKS De acht gemeenten van de stadsregio zijn maatschappelijk en economisch zo nauw met elkaar verweven, dat zich voortdu rend de noodzaak voordoet tot bestuurlijke afstemming. Dat blijkt in de praktijk een zeer moeizaam verlopen proces. Het gebruikelijke ambtelijke en bestuurlijke overleg tussen de gemeenten blijkt doorgaans niet toereikend om tot een sa menhangend beleid te komen. Tegen deze achtergrond hebben wij vorig jaar de instelling van de adviescommissie bestuur lijke organisatie stadsregio Breda van harte toegejuicht. Het advies dat deze commissie nu al over de oplossing van de bestuurlijke problematiek heeft uitgebracht, zal later nog uitgebreid en meer inhoudelijk aan de orde komen. Daar om wil de V.V.D.-fractie nu met enkele opmerkingen volstaan zonder al een definitief oordeel te geven over de voorstel len van de commissie. In de eerste plaats kan de conclusie getrokken worden, dat het voorstel tot vorming van de regio nale bestuurlijke autoriteit met sturende bevoegdheden een zeer doeltreffende oplossing lijkt te bieden. De prijs die daarvoor moet worden betaald in de vorm van overdracht van gemeentelijke bevoegdheden is echter aan de hoge kant. Er zal hoe dan ook een nieuwe bestuurslaag ontstaan, zij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 70