27 maart 1991 85 Tegen die achtergrond vinden wij het inzetten van de algeme ne middelen ter gedeeltelijke financiering van de reservepo litie een hele goede zaak. De heer KOEKKOEK De vergroting van de veiligheid van de Bredase burgers is een zaak die ook de P.v.d.A. zeer ter harte gaat. Echter, als het gaat om dat vorm te geven in het kader van het toe zicht, dan heeft toch een gedifferentieerde politiezorg on ze eerste voorkeur. De aanstelling van de politie-assisten- ten of politiewachters, of hoe ze dan ook in de toekomst mo gen heten, betreft toch een volwaardige functie, waardoor de politiezorg, naar zij zeggen, aan de onderkant kan wor den verbreed en de politie-ambtenaar ook ingezet kan worden voor andere zaken dan alleen het toezicht, waarvoor je dan andere mensen zou kunnen gebruiken. Dat is vooralsnog niet mogelijk. Zover zijn wij nog niet en daarom vinden wij het heroprichten, het nieuw leven inblazen, van het korps reser vepolitie een goede tweede. Als dit inderdaad gaat lopen zo als wij ook in de commissie openbare orde en veiligheid heb ben besproken, namelijk een honderdtal personen gekoppeld aan de wijkteams, een inzet van twaalf uur per maand in het kader van een continu-rooster en echt op momenten dat het hard nodig is dat de beroepsmensen het niet verder aankun nen, dan is mijn fractie ervan overtuigd dat het inderdaad een bijdrage levert aan de vergroting van de veiligheid in Breda. Daarom ook kunnen wij ermee instemmen dat een gedeel te van de financiële bijdrage uit de algemene middelen komt. In de taakomschrijving, wij hebben het daarover in de commissie uitgebreid gehad, zit toch nog die onduidelijk heid waarover ook mevrouw Wouters heeft gesproken, namelijk waar het gaat over de preventieve patrouille-activiteiten of preventieve surveillance. Ik volg mevrouw Wouters bij mijn vraagstelling: het is toch wel zo dat de verantwoorde lijkheid bij dat soort activiteiten te allen tijde blijft berusten bij de beroepspolitiefunctionaris en dat de reser ve-reservist, of vrijwillige politie-agentdaarin geen zelfstandige beslissingen neemt? En tenslotte, wij hebben daarover in de commissie gesproken: wij steunen Uw onderhan delingen te zijner tijd met de korpsbeheerder, als het gaat over de regionalisering van de politie, om het Bredase korps reservepolitie inderdaad ook voor de stad Breda te la ten functioneren. De heer DE LEEUW In het recente verleden heeft onze fractie duidelijk ge maakt, dat een eigen bijdrage van de gemeente ter verbete ring van de politietaak bespreekbaar was. Voorwaarde was daarbij wel, dat er een duidelijke onderbouwing zou moeten liggen en die ligt er nu in deze nota. Niet dat deze nota nu alle vragen beantwoordt. Er zijn heus nog wel zaken open en er zijn ook nog zaken die ons misschien op termijn zor gen kunnen baren. Zo zouden bijvoorbeeld naar onze mening de selectie, de wervingsprocedure, de opleiding zeker niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 85