27 maart 1991 86 aangepast mogen worden om aan het aantal politiemensen te komen; liever zien wij minder De VOORZITTER Voor alle duidelijkheid, door deze vraag zo te stellen sug gereert U alsof iemand dat in Breda van plan is. De heer DE LEEUW Ik denk niet dat het zo bedoeld is. Zeer zeker niet. Maar wij stellen nu in ieder geval heel duidelijk, dat dat zeker niet mag gebeuren. De bedoeling is dat wij liever minder agenten zien, maar dan wel uit het juiste hout gesneden, dan het aantal halen waarbij enkele mensen misschien niet helemaal aan de criteria kunnen voldoen. Ook moet met alle mogelijke middelen voorkomen worden, dat er een eilandje gaat ontstaan door de reservepolitie binnen het korps. Fei telijk is dat wel zo, zeker als je het financieel bekijkt, maar wij moeten dat toch een beetje formeel zien. Het is voor ons dan ook heel duidelijk dat de commissie en de raad vroegtijdig moeten worden geïnformeerd als er wat dit be treft eventuele problemen op ons afkomen of als onverwachte zaken komen. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de regio nalisering van de politie, die in feite geen roet in het eten mag gooien. Maar wij weten niet precies wat ons daar bij te wachten staat. Zeker als het gaat om begrippen als beheer, gezag en organisatie, die kunnen dan toch een zeke re extra dimensie krijgen. Groen Links opperde in de commis sievergadering dat het misschien beter zou zijn om de reser vepolitie nog niet in te stellen, maar de evaluatie van de reorganisatie van de Bredase politie af te wachten en te kijken wat dat voor resultaten heeft, om vervolgens een be sluit te nemen om mogelijk over te gaan tot de reservepoli tie. Er zit op zich iets in, maar je kunt het ook omdraaien door te zeggen: het is een extra steuntje in de rug voor de politie in Breda die nu met die reorganisatie bezig is. Mis schien dat mogelijk op termijn bij de bespreking van de eva luatie van het korpsbeleidsplan kan worden aangegeven wat de rol en de toegevoegde waarde van de reservepolitie is ge weest. Tot slot een opmerking: wij zijn duidelijk van me ning dat de instelling van de reservepolitie zeker niet mag leiden tot een beperking van het reguliere korps. De VOORZITTER Dat laatste was in de richting van de minister van Binnen landse Zaken. Ik zal het over twee weken aan haar overbren gen. De heer GARRITSEN In de commissie hebben wij duidelijk aangegeven waar onze twijfels lagen om het nu in te voeren. Op zich zijn daar ei genlijk weinig nieuwe argumenten aan toe te voegen. Het zou een beetje uitwisselen van bekende standpunten zijn. Daar aan heb ik op zich niet zoveel behoefte. Eén punt nog, om dat me dat heel recent opviel. De discussie die ik ben aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 86