27 maart 1991
88
zien het aantal vragen denk ik dat de belangrijkste vraag,
die ook in de commissie aan de orde is geweest, luidt: wat
komt er terecht van de reservepolitie als we straks regiona
le politie hebben? In dat opzicht kan ik U een gerustellen-
de mededeling doen, want de dag na de commissievergadering
heb ik de beoogde korpschef ontvangen. De beoogde korpschef
had inmiddels ook via De Stem kennis genomen van de discus
sie. Hij heeft mij nog eens heel uitdrukkelijk bevestigd
dat, als we straks gaan praten over het nieuwe regionale
korps, het dan geen enkel punt is dat die reservepolitie
uitsluitend voor Breda inzetbaar blijft. Kortom, het kwam
niet in zijn hoofd op om maar één moment te denken dat hij
onze reservetroepen zou kunnen inzetten voor het onderdruk
ken van oproer dat door collega Brockx zou worden veroor
zaakt. Wat dat betreft hebben wij U al op Uw wenken kunnen
bedienen. In de tweede plaats, en dat heeft mevrouw Wouters
nog eens benadrukt en ik vind dat dat van het allergrootste
belang is, ik zeg dat ook tegen de achtergrond van de opmer
kingen zoals die bij de Nederlandse politiebond leven, die
nog steeds een probleem heeft met de reservepolitie: het is
opvallend dat binnen de Bredase politie zowel door de
dienstcommissie als door het hele korps de gedachte van re
servepolitie volledig wordt gedragen. Dat is vroeger wel
eens anders geweest. Het geldt ook voor de A.C.P., de chris
telijke politiebond, die het ermee eens is, en dat betekent
in dat opzicht dat er een heel goed fundament is om met re
servepolitie in Breda te starten. In de derde plaats, me
vrouw Wouters en de heer Koekkoek hebben daarover vragen ge
steld, kom ik nadrukkelijk terug op het functioneren van
die reservepolitie. Het moet duidelijk zijn dat de reserve
politie functioneert onder de verantwoordelijkheid, om het
in dit geval even niet juridisch uit te drukken, van de re
guliere politie. Dat betekent dat een reservepolitieman of
-vrouw op straat functioneert samen met een normale politie
man of -vrouw. Die enkele situatie die zich zou kunnen voor
doen als de reservepolitieman of -vrouw 's avonds naar huis
gaat, heb ik aan de hand van mijn eigen politieke ervarin
gen voor de leden van de commissie al eens beschreven. Maar
dat zijn uitzonderingen, dat zijn formele uitzonderingen.
Het is uiteraard een keuze om onder verantwoordelijkheid
van de reguliere politieman of -vrouw te gaan opereren. De
derde vraag van mevrouw Wouters komt ook in andere betogen
naar voren en hangt samen met de financiële keuze die het
college heeft gemaakt. Deze keuze voor financiering uit de
algemene middelen betekent het stellen van een prepri-
oriteit. Ik heb U al in de commissie verteld, maar U weet
dat, uit ervaring, hoe lastig het is om met de wethouder
van financiën over dit soort punten overeenstemming te be
reiken. De keuze die het college in dit opzicht heeft ge
maakt, betekent dus ook dat bezuinigingsoperaties die nood
zakelijk zullen worden door de Tussenbalans dit voornemen
niet kunnen doorkruisen. Anders hadden we dit voornemen
niet op tafel moeten leggen, dan hadden we dat moeten op
schorten tot na de besluitvorming over de reservepolitie.