27 maart 1991
90
dat staat ook in het plan verwoord, dat de reservepolitie
ook moet gaan functioneren binnen de cultuur van de Bredase
politie. Die cultuur is beschreven in het korpsbeleidsplan,
waarvan heel binnenkort de definitieve omslag plaatsvindt
en binnen die cultuur zullen we moeten opereren. Het kan
ook niet anders, want de reservepolitie wordt ingedeeld in
de wijkteams en functioneert onder toezicht van de normale
politie. Ik ben daarvoor niet bang. Ik heb de heer Garrit-
sen al alle eer gegeven. Het is jammer. Ik had eigenlijk
nog een stille hoop dat we hem ten aanzien van dit voorstel
over de streep zouden kunnen trekken, maar helaas moeten we
het vanavond, naar ik vrees, zonder de steun van Groen
Links doen bij dit belangrijke voorstel.
Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links
geacht wil worden te hebben tegengestemd.
35. FINANCIERING VAN HET JUBILEUM-PROGRAMMA TER GELEGEN
HEID VAN HET 50—JARIG BESTAAN VAN DE BEROEPSBRANDWEER
VAN BREDA.
De heer GARRITSEN
In de commissie waren we niet echt tegen. We hadden wat pro
blemen met de hoogte van het bedrag en in dat opzicht had
den wij ons onthouden, 75.000,voor dat feestje in rela
tie tot andere bedragen vonden we toch een redelijk hoog be
drag. We hebben er nog eens over gepraat. Rekening houdend
met het feit dat je het heel duidelijk besteedt aan activi
teiten met name gericht op het brandweerkorps zelf, en dat
het bijdraagt aan verbetering van de relatie die daar moet
komen na de moeilijke tijd die ze hebben gehad, gaan wij
akkoord met dit bedrag.
Akkoord.
36. EVALUATIENOTITIE 1989-1990 INZAKE HET FUNCTIONEREN VAN
DE COMMISSIE VOOR BEZWAAR- EN BEROEPSCHRIFTEN.
De heer VAN FESSEM
De C.D.A.-fractie vond het een zeer degelijk informatief en
helder evaluatierapport. Ik ga niet alles herhalen wat in
de commissie is gezegd. Ik haal eruit wat voor ons het be
langrijkste is en dat is onder andere op pagina 11 van het
rapport: de beroepsmogelijkheid bij de raad. Zoals het hier
is gemotiveerd, namelijk het zicht blijven houden op de
praktische effecten van de door ons zelf in het leven geroe
pen verordeningen, kan dat wat het C.D.A. betreft doorgaan.
Bij de keuze tussen beroep op de raad over de mogelijkheid
een voorziening te vragen bij de Raad van State, zal de
C.D.A.-fractie zich laten leiden door de gedachte dat de
rechtsbescherming van de burger voorop staat. Naar aanlei
ding van pagina 13 en daarmee in verband conclusie 6 over
het mede-advies van de dienst het volgende. We hebben daar
over in de commissie uitgebreid gesproken; het gaat niet