27 maart 1991 92 hebben onthouden. Het college wijst dat ten stelligste af. Het zou betekenen zoals U ook heeft gezegd, dat er in de commissie nova op tafel zouden komen te liggen en dat zou betekenen, dat via een achterdeur de burger niet die moge lijkheid zou krijgen die hij in feite zou moeten hebben. We wijzen dat dus af. We zullen erop toezien dat ambtelijke diensten in dat opzicht ook niet proberen het college nog van extra adviezen te voorzien. Je moet het niet uitslui ten, maar het mag nooit gebeuren in die zin, zoals we daar over in de commissie hebben gesproken. Ten aanzien van de beslissingsmogelijkheid zijn we het met elkaar eens dat van de mogelijkheid om af te wijken sporadisch gebruik wordt ge maakt. Ik denk dat dat ook geen reden is om op dit moment van koers te wijzigen. En tenslotte, over de ambtelijke on dersteuning heb ik U al verteld dat Uw complimenten worden doorgegeven aan de betrokken ambtenaren. Akkoord 37. REGELING KLACHTENBEHANDELING BREDA. De heer VAN FESSEM Het verbaast mij dat het C.D.A. als enige op het sprekers lijstje staat, maar vooruit. Klachtenbehandeling: een goede zaak, eigenlijk niet, natuurlijk. Het is treurig dat de ge meente klachtenbehandeling nodig heeft, maar ik denk dat het in Breda toch nodig is. Wie als raadslid met de burger te maken krijgt hoort toch heel vaak klachten zoals: ik krijg geen antwoord op mijn brieven; er is iets toegezegd dat wordt niet nagekomen; lange wachttijden. En dat kan na tuurlijk anders. Eigenlijk is zo'n klachtenregeling een beetje het codificeren van fatsoen, het belichamen van fat soen. Dat is kennelijk nodig in een verjuridiseerde wereld, waarin de overheid zeer nadrukkelijk aanwezig is en voortdu rend beslissingen neemt die de burgers raken. Dit fatsoen zien we ook vormgegeven, bijvoorbeeld in de ombudsman en in de verregaande toepassing door de rechter van het vertrou wensbeginsel. Allemaal voorbeelden van het dwingen van de overheid, van onszelf dus eigenlijk, en op grond daarvan tot fatsoen jegens de medemens. In de regeling komt dat ook tot uiting, bijvoorbeeld in artikel 8 en in artikel 10, als mede in de termijnregeling. Het is voor een ambtenaar niet leuk als er over hem wordt geklaagd, maar men wordt dan wel gedwongen aandacht aan de klagende burger te geven. Spoedig zullen voor de diensthoofden de knelpunten duidelijk wor den. Wellicht zullen er ambtenaren of afdelingen zijn die veel klachten krijgen. Het diensthoofd kan er op ingrijpen, de pijn wordt zichtbaar, de genezing kan beginnen. De C.D.A.-fractie is verheugd dat aan de bepaling hierover uit het programakkoord zo snel uitvoering is gegeven. Het is een eerste niet onbelangrijke stap in de richting van de verbetering van de verhouding tussen burger en bestuur. We kunnen er grote rapporten over schrijven, maar nu wordt in elk geval een eerste stap in de goede richting gezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 92