27 FEBRUARI 1992 107 gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 27 februari 1992 ter behandeling van de Kadernota 1993; constateert dat, - de Kadernota 1993 voor een belangrijk deel in het teken staat van de heroverwegingsoperatie als gevolg van de door het Rijk in 1992 gestarte tussenbalansoperatie; stelt vast dat, - tegen deze achtergrond in de Kadernota 1993 geen voorstellen worden gedaan tot (verdere) invulling van de ruimte nieuw beleid; is van mening dat, - bij gelijkblijvende financiële capaciteit van de gemeente het mogelijk moet zijn om de ruimte nieuw beleid in te zetten; verzoekt het college, - om bij de begrotingsbehandeling 1993 alsnog voorstellen te presenteren voor invulling van de resterende ruimte nieuw beleid ad 476.000,-- en tevens daarbij de financiële dekking aan te geven. en gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER Door de fracties van V.V.D. en P.v.d.A. is een motie ingediend. Ik neem aan dat die motie voldoende wordt ondersteund. Het betekent dat de motie kan worden vermenigvuldigd, kan worden rondgedeeld en de nota maakt daarmee onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer TAKS In de eerste termijn heb ik namens de V.V.D.-fractie aan het slot van onze algemene beschou wingen de conclusie getrokken dat de kadernota een alleszins aanvaardbaar antwoord vormt op de verminderingen van de financiële capaciteit zoals die op dit moment voor de komende jaren te verwachten zijn. De kadernota waarborgt voor 1993 een sluitende begroting zonder onevenredige lastenverzwaringen voor de burgers en de te treffen maatregelen tasten het voorzieningenniveau niet wezenlijk aan. Er is naar onze mening slechts een negatief element in de kadernota en wel de bevriezing van de nog resterende ruimte voor nieuw beleid in 1993 en 1994. Bij het programakkoord zijn tal van prioriteiten geformuleerd, maar toen is een onderlinge rangschikking van de prioriteiten achterwege gebleven. Daardoor dreigt nu het gevaar dat meerdere prioriteiten, waaraan nog geen uitvoering is gegeven, niet meer tijdens deze raadsperiode aan bod komen. Dat is een onbevredigende situatie die dwingt tot een uiterste inspanning om te bezien of er toch nog een oplossing kan worden gevonden, maar dan zonder afbreuk te doen aan de eisen van een zorgvuldig financieel beleid. Zoals ik in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 107