27 FEBRUARI 1992 114 Dat zijn juist van die concrete voorbeelden waarvan wij vinden, en dat gaat ook over de golfbaan 't Hout, dat je in feite de inspraak beperkt bij dèt soort grote projecten tot de wettelijke bezwaarschriftenprocedures en inhoudelijk wordt die inspraak dan toch een beetje naar de achtergrond geschoven. Dan denk ik dat je best 100.000,— kunt invullen om te zeggen: die relatie burger-bestuur moet worden verbeterd, maar dan denk ik: dan zouden we toch eerst moeten praten in welke richting dat moet gaan. Wat ons betreft vinden wij dat je dat voorstel beter uit het amendement kunt halen. De heer DE LEEUW U ziet dan liever, mijnheer Garritsen, steeds ad hoe besluiten rond die inspraak en de relatie burger-bestuur in plaats van een goede structuur, waar wij in feite voor staan? De heer GARRITSEN Mijnheer De Leeuw, wij hebben al de nodige versies gehad van inspraaknota's waarin steeds wordt gezegd: in de planvoorbereidingsfase moeten we inspraak doen, over al dat soort zaken is regelmatig gepraat en heel regelmatig blijkt toch dat het college het daar niet zo nauw mee neemt. Dan denken wij dat D66 daar dan eens het voortouw zou moeten nemen, en zeggen: die inspraak zou wat ons betreft toch wel eens een beetje beter moeten plaatsvinden. Met name denken wij dan zeer zeker naar de nieuwe schouwburg toe, om maar een voorbeeld te noemen. De heer DE LEEUW Vandaar de notitie, vandaar ook de wethouder die daarmee bezig is. De heer GARRITSEN Het lijkt ons nuttiger, maar dat is het laatste wat ik hierover wil zeggen, dat eerst eens wordt gesproken in de commissie Algemene Zaken hoe we dan de inspraak inderdaad verder vorm geven. Dan kunnen we later wel eens zien welk prijskaartje eraan hangt. Het volgende punt betreft de 80.000,- als eerste aanzet voor de realisering van de historische clustering. Wij vinden dit op zich heel erg laat komen, we hadden liever gezien dat je ten aanzien van de gelden die er binnen cultuur zijn vóór de tijd een afweging maakt: waar gaat het naartoe? 80.000,— is misschien een klein beetje een aanzet. Op zich staan wij daar positief tegenover. Betreffende versterking van de basiseducatie: die problematiek ligt er al heel lang. Wij hebben zelf in de commissie al eens aangegeven dat wij vonden dat je daaraan toch tegemoet moet komen. Waar politiek steeds wordt gesproken over het min of meer verplicht stellen van taalcursussen voor buitenlanders en je op het moment dat de vraag er is in feite de middelen niet beschikbaar stelt, vinden wij dat dat politiek volstrekt onjuist is. Wat dat betreft onder steunen we zeker dit voorstel van de 40.000,-- voor de allochtonen. Maar ik begreep in een interruptie dat de P.v.d.A. zo'n voorstel ook zou steunen. Ik hoop dat we er mogelijk nog uitkomen. Wat betreft punt 5, 100.000,-- extra kapitaalslasten voor het nemen van maatrege len om de gebouwen toegankelijk te maken voor gehandicapten, is het op zich moeilijk om te zeggen: welk bedrag hebben we hiervoor nodig? Het zou eigenlijk nuttig zijn om eens in de commissie te praten over: welke gebouwen moeten we nu aanpakken, wat gaat het kosten en welk bedrag is ervoor nodig? Dat hadden wij een betere weg gevonden, maar omdat wij regelmatig constateren dat er veel obstakels zijn voor de gehandicapten zeggen wij: het is een politieke zaak die naar onze mening steun verdient. Wat betreft de tarieven van de onroerend goedbelasting: die minimale vermindering, of niet-verhoging die er dan inzit, spreekt ons niet zo erg aan. Wat ons betreft zouden we dat achterwege gelaten willen zien en liever praten over: wie zijn nu degenen die nogal zwaar gebukt gaan onder met name de toenemende heffingen in Breda, onder andere de milieubelasting, en wat komt er financieel op de mensen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 114