27 FEBRUARI 1992
116
De VOORZITTER
Ik kan u mededelen dat ten aanzien van het gewijzigde amendement zoals dat is ingediend
door de fracties van C.D.A. en D66 en de motie zoals die is ingediend door de fracties van de
P.v.d.A. en de V.V.D., de leden van het college, het stemgedrag van hun fractie zullen
volgen. Het woord is thans aan wethouder Römkens.
Wethouder RöMKENS
Er zijn eigenlijk weinig vragen gesteld. De belangrijkste vraag die is gesteld en met name het
duidelijkst is verwoord door de heer Taks, betreft de vraag aan het college inzake de deugde
lijkheid van de dekking in het gewijzigde amendement. Het college is van mening - en dat zal
u niet verbazen, mijnheer Taks: unaniem van mening - dat als de raad via een amendement
reserves aanwijst als dekking, het deugdelijk is. De opvatting van
De heer TAKS
Een opvallend groot respect voor de raad. Ik heb het niet zo verwoord gehoord in het
verleden. Dat zou je haast als positieve winst moeten uitleggen, maar ik waag dat toch te
betwijfelen.
De heer GARRITSEN
Dat is de raad aan de macht, waar u het altijd over heeft.
De heer TAKS
Maar u weet heel goed, mijnheer Garritsen, dat wij het anders bedoeld hebben.
De heer GARRITSEN
Het geldt alleen als het een goede meerderheid is, begrijp ik dan.
Wethouder RöMKENS
Dat voor wat betreft de deugdelijkheid. Een andere zaak is, en daarbij verwijs ik naar de
verhouding die de voorzitter van deze raad al heeft aangegeven over het oordeel van de onder
scheiden wethouders over het amendement, de politieke wenselijkheid. Daarover zijn de
meningen verdeeld. Dat zijn twee verschillende zaken. Een andere kanttekening in de richting
van de heer Taks, maar ik neem ook aan dat hij dat niet zo heeft bedoeld: de verhouding
reserve risico's is niet 1:1, maar de bodem van 3,7 miljoen is buiten beschouwing gelaten.
De heer TAKS
Dat is nergens uit bekend, ik heb de tekst ook gelezen.
Wethouder RöMKENS
Neen, omdat u zei dat het 1 1 was.
De heer TAKS
Een op een in de visie zoals dat in het spraakgebruik wordt gehanteerd.
Wethouder RöMKENS
Oh. Dat is een ander spraakgebruik dan ik als wethouder van financiën hanteer. In de richting
van de heer Garritsen, betreffende de vraag in de richting van het college hoe het college staat
tegenover het aspect areaal en het amendement: het college is van mening dat in het gewijzig
de amendement het areaalsapect, voor wat betreft deze regeerperiode, niet aan de orde is en