27 FEBRUARI 1992 117 derhalve kan het college dan ook geen opvatting geven, want het is het gewijzigde amende ment. Dat waren de vragen die ik moest beantwoorden. De heer TAKS Dan heb ik nog een vraag aan de wethouder. Het college staat nog steeds onverkort en unaniem achter het gestelde op pagina negen van de kadernota over de wenselijkheid om het positieve verschil tussen risico en reserves niet in te zetten met het oog op de onzekerheid van de investeringsimpulsen. Dat is nog steeds het unanieme standpunt van het college. Wethouder RöMKENS Neen, dat is niet het unanieme standpunt van het college, dat heb ik heel duidelijk gezegd. De heer TAKS Dus het college neemt afstand van zijn kadernota. Wethouder RöMKENS Er werd gevraagd naar de deugdelijkheid en er werd gevraagd naar de politieke wenselijkheid. De heer TAKS Ik stel nu een andere vraag. Ik vraag u nu of u nog achter uw tekst staat, dat is mijn concrete vraag. Wethouder RöMKENS Die vraag kan ik niet beantwoorden zonder ruggespraak met het college. De heer TAKS Ik verzoek u om even te schorsen om die vraag te beantwoorden. De VOORZITTER Ik stel voor dat we nu eerst de termijn van de wethouders afmaken en dan kunnen we zien of er nog een schorsing wenselijk is of dat dat in de tussentijd Wethouder RöMKENS Voorzitter, ik heb nog iets vergeten. In de tekst van de motie van de P.v.d.A. en de V.V.D. wordt, in tegenstelling tot de tekst van de heer Taks, geen voorbehoud gemaakt ten aanzien van de feitelijk financiële ruimte. Er wordt onverkort aan het college verzocht een voorstel te doen bij de begrotingsbehandeling 1993 om voor 476.000,-- invulling te geven. Ik neem aan en ik spreek wel namens het unanieme college dat, als de bedoeling anders is, de tekst anders had moeten luiden. Wethouder VAN RAAK Twee puntjes nog, mijnheer de voorzitter, op mijn terrein. Mevrouw Heerkens vraagt of het initiatief van de heer Cremer kan worden meegenomen wanneer er op stedelijk niveau ge sprekken over discriminatie plaatsvinden. Wij hebben op verzoek van minister Dales, bij dreigende activiteiten ten opzichte van minderheden duidelijk het verzoek gehad om minderhe den zelf maar ook groepen die zich daarmee bezighouden in de stad, uit te nodigen voor dat gesprek en mij lijkt dat dat initiatief zeker erbij kan worden betrokken. In de richting van de heer De Leeuw die de vraag die hij in eerste instantie heeft gesteld herhaalt, hoe het risico van de indicatiecommissie te tackelen valt: ik heb op dit moment eigenlijk nog geen idee daarover. Met de dag veranderen de standpunten daarover. Ik hoorde om zeven uur op het nieuws dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1992 | | pagina 117