26 MAART 1992
138
notitie valse verwachtingen hoeft te wekken. Maar we moeten inderdaad nu de bereidheid
uitspreken om dan ook met eenmalige gelden die periode te overbruggen.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Ik wil eerst terug naar de beantwoorde vragen van de eerste termijn, waar het gaat over de
projectorganisatie die wij eigenlijk voorstellen, met name ook om kostenbesparend te werken.
Ik denk dat de situatie op dit moment zo is zoals de wethouder die heeft geschetst. Maar wij
vragen niet alleen naar een te schetsen situatie, maar ook: hoe ga je verder? Gezien de
beantwoording denk ik dat zo'n projectorganisatie niet zo gek is, want we constateren nu dat
er toch drie wethouders bij betrokken worden en de daar komt mijns inziens nog een vierde
bij en dan denk ik: daar zit je eigenlijk al. Dat zijn zaken die elkaar raken en waar je elkaar
hard nodig hebt. Maar laat ik het even
De VOORZITTER
Het college is al een project op zich.
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Ja, maar ik wilde de organisatie wat eenvoudiger houden. Ik vind ook dat er met ruimtelijke
ordening goed gecoördineerd zal moeten worden. Je ziet het niet alleen bij kinderdagver
blijven, je ziet het bij buurthuizen, je ziet het bij projecten voor corporaties enzovoort. Daar
zitten vaak de knelpunten. Daarom zeg ik: ga daar goed mee om, stem dat op elkaar af, want
anders gaan we de normale prijsstijgingen al royaal te boven. Bovendien wil je er ook nog zo
veel bij hebben, niet zaken die overbodig zijn, maar zaken die hard nodig zijn. Maar als je al
ziet wat voor risico's je bij dit plan kunt lopen, dan denk ik: houd die dan zo klein mogelijk,
want anders heb je wel extra geld, maar kom je toch weer bergen tekort. Dus van daaruit
pleiten wij voor een héle strakke organisatie en een héle goede coördinatie. En wat ook al
eerder is genoemd, wij denken ook wel eens dat er wat weinig mensen op dit project zitten.
Het is heel moeilijk en wij hebben ook gevraagd met name de prioriteit te leggen bij ontwik
kelingen ten aanzien ouderen en bij ontwikkelingen ten aanzien van kinderopvang. Want het
zal en moet gehaald worden. De broodnodige coördinatie en de goede kijk op de hele
organisatie zijn punten die ons nü bezighouden. Buitenschoolse opvang is buiten kijf, dat gaat
iedereen aan en dat ondersteunen wij ook van harte met de anderen. Aan de andere kant: wij
hebben dit wèl vanaf het begin gesteund. Ik vind het prima, meer dan prima als er geld voor
wordt gevonden, maar laten we in ons enthousiasme niet even de risico's vergeten die hier
eigenlijk al voor ons liggen, maar laten we hopen die met z'n allen te bewaken.
De heer SCHRöDER
Uit de beantwoording ten aanzien van de buitenschoolse kinderopvang begrijp ik van de
wethouder dat hij zegt: de notitie kunt u krijgen, het cijfermateriaal is vrij snel beschikbaar,
dus kortom de eerst volgende commissievergadering kunnen we van gedachten wisselen, maar
vergist u zich niet, er is in dit geval geen geld. Ik begrijp nu uit de tweede termijn van met
name het C.D.A. en wat aarzelend van de P.v.d.A.
Mevrouw HEERKENS
Niet zo aarzelend, mijnheer Schroder.
De heer SCHRöDER
dat er de bereidheid bestaat. U hebt al in de eerste termijn een voorbehoud gemaakt ten
aanzien van de
Mevrouw HEERKENS