26 MAART 1992
145
de plannen geen gevaar als de dienst Openbare Werken zelf het programma uitvoert? In dit
verband komt de vraag bij ons op of het niet wenselijk is bij de uitvoering een particulier
bedrijf in te schakelen, op basis van vooraf gemaakte afspraken ten aanzien van kosten en ook
ten aanzien van planning, opdat we ten aanzien van de uitvoering zo weinig mogelijk risico
nemen. Deze methodiek zou mooi meegenomen kunnen worden in het vervolg op de afspra
ken die we hebben gemaakt bij de Kadernota, om een meer doelmatige inrichting van enkele
beleidsvelden te realiseren. Ik zou ten aanzien van deze punten graag de opvatting van het
college horen. Dit beheerplan gaat uit van kostendekking via aanpassing van de tarieven van
het rioolrecht. Zoals onze fractie reeds bij de Kadernota heeft gesteld, zullen de lasten voor de
burger ten aanzien van diverse milieumaatregelen in de komende jaren aanzienlijk stijgen. Het
grafiekje achterin de nota liegt daar niet om. Als we praten over 88,- in 1993 naar 305,--
in 2006, dan is dat een aanzienlijke lastenverzwaring. Wij gaan er dan ook vanuit dat het
afschrijvingsbeleid, dat van toepassing is op dit recht, nadrukkelijk onder de aandacht van de
huishoudens wordt gebracht, zodat degene die daarvoor in aanmerking komt, er ook werkelijk
gebruik van kan maken. De nota besluit op bladzijde 58 summier met de aankondiging van de
wijziging van een verordening rioolrecht, waarbij kritisch gekeken zal worden naar de
heffingsmaatstaven in relatie tot de lozingsgegevens van klein en groot verbruikers. Dat laatste
is geciteerd uit het laatste gedeelte van de nota. Wij vragen het college om op korte termijn in
de betrokken commissies een discussie aan te zwengelen over de uitgangspunten van deze
heffing, zodat in een vroegtijdig stadium, namelijk wanneer de wijzigingsvoorstellen van de
verandering besproken worden, met de opvatting van de raad rekening kan worden gehouden.
Tot slot, voor de binnenstad staat er een aantal herinrichtingsplannen op stapel. Onze fractie
zou het college willen vragen om het uitvoeringsprogramma van dit Rioolbeheerplan nadruk
kelijk te koppelen aan andere noodzakelijke infrastructurele werken. Die koppeling kan
namelijk een maximaal effect sorteren vanuit het gegeven dat vanuit de verschillende discipli
nes het werk zo doelmatig mogelijk uitgevoerd kan worden.
Mevrouw HEESSELS
Vóór ons ligt een hele fraaie nota over het Rioolbeheerplan. Ik denk dat hij er uiterlijk fraaier
uitziet dan de toestand van ons riolennet in Breda. Maar de nota geeft dan ook aan dat er heel
wat moet gebeuren. Ik wil er eigenlijk maar een punt uithalen en dat is het financiële plaatje,
zoals dat hier wordt gepresenteerd. De heer Adank heeft het er nu ook over gehad, dit in
tegenstelling tot de commissie waarin hij er niks over heeft gezegd, maar goed, ik ben blij dat
er alsnog aandacht aan wordt besteed. Het betreft de lastenverzwaring die er toch ligt in de
richting van de Bredase burgers. Een verzwaring van 88,- nu, naar 305,-- in 2005 is een
hele smak geld voor de meeste mensen. Bij de Kadernota hebben we een hele discussie gehad
over de O.G.B.-verlaging, die uiteindelijk terecht kwam op een mogelijke verlaging van
1,50 per huishouden. Van de andere kant denkt mijn fractie dat hier bij het rioolplan de
mogelijkheid écht ligt om iets te doen voor de burgers van Breda in het kader van de
lastenverzwaring. Als je kijkt dat het verschil tussen groot en klein verbruikers nu al enorm is
en het verschil eigenlijk met de uitvoering van het plan en de benodigde financiën nog maar
groter wordt, denk ik dat je zou moeten kijken naar de mogelijkheden, en ik wil dat het
college vragen, en wellicht dat dat in de notitie die de heer Adank heeft gevraagd tot uitdruk
king kan komen, van het kleiner maken van het verschil tussen de groot en klein verbruikers,
omdat naar onze mening daar werkelijk de mogelijkheid ligt om iets te doen aan de lastenver
zwaring van de individuele burgers. Dat het kwijtscheldingsbeleid daarvan een belangrijk
onderdeel is, is iets wat wij al jaren zo vinden. Maar ik denk dat daar werkelijk een mogelijk
heid ligt om iets te doen en in die zin denk ik dat wij als fractie best nu al kunnen zeggen dat
wij toch pleiten voor het in ieder geval wat kleiner maken van het verschil tussen groot en
klein verbruikers.