29 APRIL 1992
158
zijn eigen succes verloren" en daar werd nadrukkelijk in beschreven dat het gezien het toenemend
milieubewustzijn bij de burgers op zichzelf best wel haalbaar is om mensen zover te krijgen om
allerlei spullen gescheiden in te zamelen, maar datje dan toch met het probleem komt te zitten:
wat doe je met al die spullen die je gescheiden hebt ingezameld? Is daar wel een markt voor?
Voor veel produkten lijkt er in het begin wel een markt te zijn en dus kun je ook een opbrengst
van die spullen incalculeren. Maar naarmate het aanbod van al dat gescheiden afval toeneemt
en de verwerkingsmogelijkheden niet evenredig mee toenemen, dan daalt de prijs en dus ook
de opbrengst en kan daar een zeker risico uit ontstaan. Ik wil nogmaals aan de wethouder vragen
of de risico's die wij er als gemeente wellicht bij zouden kunnen lopen voldoende zijn gedekt.
Ik denk dat het en dan heb ik automatisch ook het tweede aandachtspunt aangesneden, naar de
burgers toe een hele slechte zaak zou zijn als we straks, als we de burgers eerst hebben gevraagd
om alles netjes te scheiden, in een situatie terecht komen dat we van dat gescheiden afval niet
af zouden kunnen raken en het alsnog zouden moeten gaan storten of moeten gaan verbranden.
Het derde punt dat ik zou willen noemen, een aandachtspunt, is dat wij zorgvuldig in de gaten
moeten houden dat wij de burgers niet gaan overvragen voor wat betreft de extra inzet en het
gescheiden inzamelen. De heer Blommers heeft het daarnet al aan de orde gesteld: men krijgt
nu al allerlei spulletjes in huis om alles gescheiden in huis bij elkaar te houden. Dat vraagt nogal
wat. Niet iedereen is voldoende ruim behuisd om al de diverse mogelijkheden, de diverse middelen
onzichtbaar te maken. Ik denk dat wij niet moeten gaan overvragen. Er zal allicht een hoop
milieubewuste mensen zijn, dat het allemaal niet zo'n bezwaar vindt, dat het over zal hebben
voor de goede zaak, maar gezien ook het feit dat wij op den duur voor een systeem kiezen dat
wij voor alle burgers verplicht stellen, moet je dus ook rekening houden met de mensen die wat
minder besef hebben van de betekenis van dat gescheiden inzamelen voor ons milieu. Een laatste
punt dat ik hier zou willen aansnijden is de vraag die ik heb bij het gescheiden inzamelen: of
dat nu echt het eindpunt moet zijn van ons bestrijden van de kwalijke gevolgen van de
verpakkingsmaterialen. Als wij echt aan de bron willen werken op dit punt denk ik dat het zo
zou moeten zijn dat het bedrijfsleven op een andere manier zijn spullen zou moeten verpakken,
zodat er gewoon minder afval komt. Uiteindelijk is dat, denk ik, de beste oplossing en is het
gescheiden inzamelen van afval de second best oplossing. Ik denk dat het belangrijk is, als straks
uit deze proef blijkt dat er toch allerlei problemen zijn met öf het inzamelen öf het verwerken
van de verpakkingsmaterialen, dat er dan heel duidelijk signalen worden gegeven naar het
bedrijfsleven en ook naar de landelijke overheid dat het bedrijfsleven naar andere oplossingen
gaat en dat het gescheiden inzamelen niet een excuus wordt om aan dat element, namelijk die
verpakkingsmaterialen, maar weinig te doen. Daar wil ik het bij laten.
De heer MEEUWISSEN
Met de ondertekening van het convenant tussen de gemeente Breda en de Stichting Verpakking
en Milieu is een nieuwe stap gezet door de gemeente op het gebied van de verdieping en de
uitbreidingvanhetgemeentelijkmilieubeleid. De gescheiden inzameling van het verpakkingsmate
riaal zoals die thans een aanvang gaat nemen, tenminste op het moment dat de raad dit convenant
goedkeurt, betekent dat de gemeente wederom een flinke portie hooi op de vork neemt op het
gebied van milieubeleid. Het is een aanzienlijk goede zaak natuurlijk. Breda vervult een pioniersrol
op dit gebied. Het is ook een zaak echter die risico's met zich meebrengt. Het betekent dat het
beleid voor wat betreft de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval, wat op zich al een
vrij ingewikkelde zaak is gebleken, nog wat moeilijker wordt gemaakt. Moeilijker betekent niet
dat wij het niet moeten doen, het betekent alleen dat wij heel goed moeten weten waar wij aan
beginnen. Het betekent dat ook de Milieudienst zich goed moet realiseren dat er een grote taak,
om het maar eens met mooie woorden te zeggen, in het verschiet ligt. Het belangrijkste is en
daar zijn wij het in de commissievergadering eigenlijk al over eens geworden, de communicatie.
Hoe slagen wij erin om de inwoners van Breda duidelijk te maken dat de gescheiden inzameling