29 APRIL 1992
160
zoals die ook zal gaan lopen. Een proef die ook als proef dus ook risico's inhoudt. Maar de
financiële risico's zijn voor zover ze tijdens de proef en nu inschatbaar na de proef zichtbaar
zijn, opgenomen in de overeenkomst. De proef omvat daarnaast risico's die wij mogelijkerwijs
nu nog niet hebben gezien. Maar vanuit de intentie die nu alles inschattende in die proef heeft
gelegen denk ik dat wij tot een volledige afbouwing van die risico's zijn gekomen. Risico's zitten
er voor Breda, voor de burgers van Breda en voor de S.V.M. in. Wat het laatste betreft is de
Stichting Verpakking en Milieu een convenant aangegaan met het ministerie en wat dat betreft
zitten daar verplichtingen in om ten aanzien van de herverwerkingen ook daadwerkelijk zorg
te dragen. Dat biedt de mogelijkheid ten aanzien van die herverwerking om de risico's voor de
gemeente Breda en voor de burgers ook te beperken, juist voor de burgers van wie een enorme
opgave wordt gevraagd toch weer om aan de doelstellingen te voldoen die wij in het programak
koord 1990 en in het gemeentelijk milieubeleidsplan hebben weggelegd om te zorgen voor
preventie, gescheiden inzameling en herverwerking zodat wij tot daadwerkelijke, en ook in die
volgorde mijnheer Van de Steenoven, resultaten zullen komen. De risico's voor de burgers zitten
daarin wanneer we er gezamenlijk niet in slagen om de proef tot een succes te maken, maar daar
ligt voor Breda de taak in het kader van de communicatie, de informatie en de educatie van de
burgers, ook daar voldoende tot uiting te laten komen wat de waarde, de mogelijkheden en
betrokkenheid van de burgers daarvoor zijn. Een van die elementen en ik signaleerde dat ook,
is de terugkoppeling van de resultaten. Burgers kun je gemotiveerd maken, je kunt ze betrokken
krijgen, je kunt ze leren alle dingen te doen, maar dat heeft natuurlijk ook te maken met: laat
zien wat er daadwerkelijk gebeurt, laat zien dat de herverwerking slaagt en wat de resultaten
zijn van die herverwerking. Ik denk dat dat ook een belangrijke opgave van ons allen is in de
richting van de burgers, ook in de richting van de commissie en de raad. Ik denk dat ik daarmee
ten aanzien van de totale beantwoording ben ingegaan. Ik kan wel ingaan op de vragen die de
heer Van de Steenoven had gesteld over: wat doen we ten aanzien van het voorkomen van
meerwaardig afval? Ik denk dat er landelijk zeer sterk wordt gewerkt aan het terugdringen van
de hoeveelheid afval. De heer Mulder heeft daarstraks bij het ondertekenen van de overeenkomst
nog eens uitgebreide informatie gegeven, er wordt landelijk heel hard aan gewerkt. De risico's
van de S.V.M. zitten er direct ook in ten aanzien van het niet slagen van deze proef, want dan
zullen er ook weer landelijke afspraken gemaakt worden, en waargemaakt worden die ook in
het convenant staan. We hebben gezamenlijk deze verantwoordelijkheid op ons genomen omdat
we als Breda vanuit ons milieubeleid dit aan willen. Ik denk ook dat we er samen achter moeten
staan. Ik denk dat we allen moeten danken die daaraan hebben meegewerkt en ik denk ook dat
een dank waard is de positieve houding van deze raad om tot de invulling van het gekozen nieuw
beleid te komen. We zullen er hard aan moeten werken om dit waar te maken.
De heer BLOMMERS
Wij kunnen uiteraard instemmen met dit voorstel, maar dat heeft u wel gemerkt. In de
commissievergadering ben ik ook nog eens even ingegaan op het feit dat de burger wordt belast.
Er is ook nog iets over een houder voor die zak, die moet ook betaald worden door de burger.
Toen heb ik ook gezegd, als een grapje eigenlijk min of meer maar ik begin toch wel serieus
te worden, het zou aardig zijn wanneer die proef in Breda slaagt dat het bedrijfsleven eens een
gebaar maakt naar de burgers van Breda en zegt: die houder hoeven jullie niet te betalen, die
krijgen jullie van ons. Maar ik geef het maar even mee.
De VOORZITTER
Over welk bedrijfsleven heeft u het, uit Breda of uit den lande?
De heer BLOMMERS
Het bedrijfsleven uit den lande dat aangesloten is bij de S.V.M. uiteraard.